C
Het apparaat gebruiken
Voor ingebruikname
•
Vul de waterkoker tot aan de MAX
markering met zacht water en breng
het water vervolgens
elkaar aan de kook. Gooi het water na
elke kookcyclus weg. Deze procedure
verwijdert eventuele fabricageresten.
•
Het apparaat kan, omwille van het fa-
bricageproces, een lichte brandgeur
afgeven wanneer het voor de eerste
keer wordt ingeschakeld. Dit is nor-
maal en wijst niet op een defect of
gevaar.
•
Reinig het apparaat (
onderhoud).
Bediening
Haal het snoer uit het snoeropbergvak
aan de onderkant van het voetstuk en
wikkel het af.
Haal de waterkoker van het voetstuk af.
Het deksel openen: Druk op de ont-
grendelingsknop.
Vul de waterkoker met zacht water.
Overschrijd de MAX markering niet en
vul de waterkoker niet onder de MIN
markering.
Het deksel sluiten: Druk op het dek-
sel.
Plaats de waterkoker op het voetstuk.
Zorg dat het voetstuk op een vlak op-
pervlak wordt geplaatst.
De waterkoker inschakelen: Stel de
aan/uit-schakelaar
controlelampje brandt.
18
NL
2
tot
3
keer na
Reiniging en
I/O
in op I. Het
Opmerking : U kunt het kookpro-
ces op elk moment handmatig
onderbreken door de aan/uit-
schakelaar I/O op O in te stellen.
De waterkoker wordt automatisch uit-
geschakeld eenmaal het water kookt.
De aan/uit-schakelaar
steld op
O
en het controlelampje dooft.
Na gebruik: Haal de stekker uit het
stopcontact.
WAARSCHUWING
• Open het deksel niet
wanneer er stoom uit
de schenktuit komt.
• Wees uiterst voor-
zichtig wanneer u een
apparaat met warm
water verplaatst.
Bescherming en veiligheid
•
De waterkoker is voorzien van een
beveiligingsmechanisme tegen over-
verhitting. Dit beveiligingsmechanisme
tegen oververhitting schakelt het ap-
paraat uit in geval van onvoldoende of
geen water in het reservoir.
•
Als het beveiligingsmechanisme in
werking is getreden, haal de stekker
uit het stopcontact. Zorg dat het re-
servoir altijd voldoende water bevat.
Een herhaaldelijke activering van het
beveiligingsmechanisme kan de le-
vensduur van de waterkoker verkorten.
I/O
wordt inge-