7.2 Reinigen van de filters
6 Raak het verdampingsfilter niet met blote handen aan.
1. Verwijder beide filters uit het apparaat.
2. Maak het filter schoon met een stofzuiger.
3. Spoel water door het filter in de tegengestelde richting van de luchtstroom.
4. Laat de filters volledig drogen voordat u ze opnieuw plaatst
8
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
Het apparaat gaat niet aan.
Het apparaat heeft een
verminderd vermogen.
Er lekt water.
Mogelijke oorzaak
De stroomkabel is niet
correct aangesloten.
Het waterpeil in het
reservoir is te hoog. De
waterpeilindicator licht op.
De kamertemperatuur
overschrijdt de
werktemperatuur.
Er is een lage
ventilatorsnelheid
geselecteerd of het
apparaat is ingesteld in de
droge modus.
De luchtfilters zijn verstopt.
Er is een deur of raam
geopend.
De uitlaatslang is
losgeraakt.
Het apparaat heeft gelekt
tijdens het verplaatsen.
De afvoerslang lekt.
De afvoerslang is geknikt of
verstopt.
16
Oplossing
Sluit de stroomkabel
opnieuw aan.
Maak het reservoir leeg.
Zorg ervoor dat de
kamertemperatuur tussen
de 5 - 35 °C is.
Kies een andere modus of
een andere
ventilatorsnelheid.
Verwijder eventuele
voorwerpen uit de
luchtfilters. Reinig, indien
nodig, de filters.
Sluit alle deuren en ramen.
Bevestig de uitlaatslang
opnieuw.
Wees voorzichtig bij het
verplaatsen van het
apparaat.
Plaats de afvoerslang
opnieuw.
Controleer de afvoerslang
op kinken. Ontstop een
verstopte slang.