Informations concernant la locomotive réele
202 motrices lourdes pour trains de marchandises
de la série E 94 ont été construites en Allemagne
et en Autriche entre 1940 et 1956. Cette motrice,
connue sous le nom de «Crocodile Allemand», com-
pred un châssis-pont qui relie entre eux les 2 bogies.
Les capots sont solidaires avec les bogies. La E 94
peut atteindre une vitesse de 90 – 100 km/h et sa
puissance au démarrage est de 4.670 kW.
Les Chemins de Fer l'édéraux Autrichiens (ÖBB)
qualifient leur machines de série 1020. Elles diffèrent
des locomotives allemandes en raison de modifica-
tions des avant-corps et des faces frontales, mais
aussi de la livrée (vert foncé ou orange clair).
A partir de 1996, les ÖBB vendirent les machines
de la série 1020, d'un âge alors avancé. Ainsi, la
1020 041-8 arriva d'abord au Luxembourg, puis à
Augsbourg dans le musée des Chemins de Fer .
En 2004, les Mittelweserbahn (MWB) rachetèrent
la locomotive, la remirent entièrement à neuf et la
pourvurent de nouveaux aménagements pour les
cabines de conduite. Les MWB l'utilisent aujourd'hui
quotidiennement, principalement pour la pousse de
trains marchandises lourds sur la rampe du Spessart
entre Laufach et Heigenbrücken – tout comme jadis
sa grande sœur, la BR 194, sur la rampe de
Geislingen ou sur le Brenner.
Informatie van het voorbeeld
Van de zware goederentrein-locomotief E 94 werden
er in de jaren 1940 – 1956 in Duitsland en Oostenrijk
202 exemplaren gebouwd. De als „Duitse Krokodil"
bekende machine is gebouwd op een brugvormig
onderstel, dat geplaatst is op twee onderstellen, die
één geheel vormen met de scharnierende uitbouwen.
De E 94 bereikt een maximumsnelheid van 90 – 100
km/u en een aanzetvermogen van 4.670 kW.
De Oosterijkse Bondsspoorwegen (ÖBB) duiden hun
machines als serie 1020 aan. door veranderingen
aan de voorbouwen en fronten en een andere kleur-
stelling (donkergroen resp. fel oranje) onderscheiden
zij zich van de Duitse Krokodil.
Vanaf 1996 verkocht de ÖBB de inmiddels verouder-
de machines van de serie 1020. Zo kwam de 1020
041-8 eerst in Luxemburg terecht, om daarna te
verhuizen naar het spoorwegmuseum in Augsburg.
In 2004 nam de Mittelweserbahn (MWB) de locomo-
tief over. Daar werd de machine volledig gereviseerd
en voorzien van nieuwe cabine-inrichtingen. Bij de
MWB is de loc nu dagelijks in gebruik, hoofdzakelijk
voor het opduwen van zware goederentreinen over
de Spessartrampe van Laufach naar Heigenbrücken,
net zoals destijds de zustermachine van de serie
194 op de Geislinger Steige of bij de Brenner.
3