Droog het apparaat, de controle-unit en de romp enkel af met een vochtige
•
vaatdoek.
Gebruik uw apparaat steeds op een stabiel, veilig, droog en horizontaal oppervlak.
•
Voorzie voldoende ruimte aan de bovenkant en zijkanten voor de luchtstroming.
•
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet in contact komen met ontvlambare
•
oppervlakken (zoals gordijnen en muurbekleding).
U dient aandachtig te zijn tijdens het gebruik van het apparaat op oppervlakken die
•
door hitte kunnen worden beschadigd. Het gebruik van isolerende bescherming
wordt aanbevolen.
3) GEBRUIK VAN UW APPARAAT
a)
Gebruik van het apparaat:
Vul de oliecontainer van de frituurpan met olie tussen het aangeduide MIN en MAX
•
niveau
Om te frituren gebruikt u uitsluitend plantaardige olie van goede kwaliteit. Gebruik
•
geen VASTE VETTEN,
margarine of olijfolie.
Sluit het apparaat aan
•
Draai de thermostaatknop met de klok mee om te temperatuur te verhogen. Het
•
indicatielampje toont u dat het apparaat aan het opwarmen is om de gewenste
temperatuur te bereiken.
Van zodra de gewenste temperatuur bereikt is, gaat het indicatielampje uit. Plaats
•
het voedsel in de olie.
Opgelet: plaats het voedsel niet in de olie zolang de olie niet warm is.
Van zodra u klaar bent met het gebruik van de frituurpan, verwijdert u het
•
voedingssnoer uit het stopcontact
Plaats het deksel opnieuw en laat de olie van de frituurpan volledig afkoelen alvorens
•
deze te verplaatsen of schoon te maken. Maak steeds gebruik van de handgrepen
om het apparaat te verplaatsen. Tracht de frituurpan nooit te verplaatsen door deze
vast te houden aan het deksel of de oliecontainer.
Van zodra de frituurpan volledig afgekoeld is raden we aan de olie te verwijderen en
het apparaat schoon te maken alvorens het op te bergen.
plantaardige vetten voor frituur, ossenwit, paardenvet, boter,
48