BMS2 cofguato
Bauat
Stop bt
Paty mo
pN cofguato
Bauat
TWO
3.14. Configuratie CONTROLE VAN OVERSCHOT
ta mu
3/6
3/6
Svc
b.Sytm
a.Supu coto
c.Svc
b.Coumpto coto
.Maua tt
c.Taff coto
1/4
ctvato/actvato
ctvato
tvato tm
Dactvato
Dactvato tm
Supu tpot
0.5kW
25
DHW
Hatg
Coog
Poo
Supu guato
Baac
55.0C
7.0C
55.0C
3.15. Configuratie CONTROLE VAN VERBRUIK
ta mu
3/6
Svc
b.Sytm
a.Supu coto
c.Svc
b.Coumpto coto
.Maua tt
c.Taff coto
2/4
Ma. coumpto g.
Coumpto mt -3.0kW
All manuals and user guides at all-guides.com
Configuratie BMS2
16
Maakt het mogelijk de configuratieparameters van de slave-poort BMS2 te wijzigen, zoals
9600
adres van het toestel op het netwerk, datatransmissiesnelheid, aantal stopbits of pariteit.
TWO
NO
Configuratie pLAN
16
Maakt het mogelijk het adres en de datatransmissiesnelheid te wijzigen op de pLAN-
62500
communicatiepoort.
1/4
Inschakeling/uitschakeling
0.5kW
Met dit scherm kunnen de limieten worden ingesteld voor de inschakeling en
25
uitschakeling van de regeling wegens overschot van de warmtepomp. Het is nodig een
-1.5kW
injectielimiet voor vermogen te configureren en een tijd voor de activering en ook een
25
verbruikslimiet en een tijd voor de uitschakeling van de regeling.
Referentiewaarden overschot
StT
Dit zijn de maximale referentiewaarden die de warmtepomp tracht te bereiken in elke
actieve service bij overschot. Hoe hoger de referentiewaarde bij overschot in de service,
65.0C
55.0C
hoe meer thermische energie kan worden opgeslagen.
7.0C
55.0C
Overschotregeling
De standaard geconfigureerde balans voor de overschotregeling bedraagt nul. Dit
betekent dat wanneer onze e-manager een overschot regelt, hij altijd tracht een
0.0kW
nulwaarde voor balans met het netwerk te bereiken (verbruik en injectie nul). Omdat de
elektrische productie en het verbruik van de warmtepomp variëren in de tijd, kunnen er
zich kleine schommelingen voordoen op deze waarde. Het is mogelijk de waarde van de
balans te wijzigen waarvoor we het verbruik van de warmtepomp wensen te moduleren.
* De positieve vermogenswaarden verwijzen naar positieve energiestromen naar het netwerk (injectie). De
negatieve vermogenswaarden verwijzen naar negatieve stromen vanaf het netwerk (verbruik).
2/4
Maximaal regelingsverbruik.
Configuratie van de maximale verbruikswaarde van de elektrische installatie waarvoor we
het verbruik van de warmtepomp regelen.
Installatie-handleiding ecoSMART e-manager