LET OP!
Installeer het apparaat op een stevige
ondergrond die niet onderhevig is aan
trillingen. Controleer dat de plaats van
installatie en de netwerken waarop het
toestel aangesloten moet worden, aan
alle geldende normen voldoen.
PLAATSING
Plaats het apparaat volgens de regels
van de kunst.
Positioneer het apparaat naast de vooraf
gekozen muur zodat de twee inkomen-
de en uitgaande buizen parallel aan el-
kaar lopen.
Als de boiler in een hoek van twee mu-
ren moet worden geplaatst, dient u tus-
sen de muur en het apparaat voldoende
afstand te laten voor de installatie en de
demontage van de componenten.
Installatieplaats
Bij de keuze van de installatieplaats voor
het apparaat dient u de bepalingen van
de geldende normen in acht te nemen.
Het apparaat moet steeds in perfect ver-
ticale stand worden geïnstalleerd. Het
apparaat mag niet in de buurt van een
warmtebron worden geïnstalleerd.
Installeer het apparaat niet in ruimtes
waar de temperatuur tot 0 °C kan dalen.
HYDRAULISCHE AANSLUITING
• De aansluiting op het waterdistributie-
net wordt gerealiseerd met een buis
van 3/4" G. De inlaatbuis voor het kou-
de water wordt aangegeven met een
blauwe ring, de afvoerbuis voor het
warme water wordt aangegeven met
een rode ring.
• Op de watertoevoerbuizen van het ap-
paraat moet verplicht de hydraulische
veiligheidsklep/terugslagklep worden
gemonteerd (blauwe ring). De klep mag
in geen geval onklaar worden gemaakt.
• Door het water gedurende enige
tijd door de boiler te laten stromen,
dient u ervoor te zorgen dat er in de
aanvoerbuizen geen vreemde voor-
werpen terechtkomen zoals metalen
spaanders, zand, hennep enz. Als
dergelijke voorwerpen in de hydrau-
lische veiligheids/terugslagklep zou-
den terechtkomen, kan dit de goede
werking van het apparaat in gevaar
brengen en in sommige gevallen tot
breuken leiden.
• Zorg ervoor dat de druk in het wa-
terdistributienet niet meer bedraagt
dan 8 bar (0,8 MPa). Bij een hogere
drukwaarde moet verplicht een druk-
begrenzer van topkwaliteit worden
gebruikt. In dat geval moet de hydrau-
lische klep absoluut toelaten dat er
tijdens de verwarmingsfase water uit
druppelt. Verder kan ook druppelen
worden vastgesteld wanneer vóór de
klep een unidirectionele afsluitkraan
is aangebracht.
• Vermijd dat de druppels van de klep
op de boiler terechtkomen.
Breng de klep aan zoals in de afb eelding
weergegeven en voorzie een kleine op-
vangtrechter (druppels) aan de afvoer.
BELANGRIJK!
Als het apparaat wordt geïnstalleerd
in zones waar hard water (> 200 mg/l)
voorkomt, moet ook een waterverzach-
ter worden geïnstalleerd om kalkafzet-
tingen in de boiler te beperken.
Schade veroorzaakt door kalk wordt
niet gedekt door de garantie.
BE
63