Forch F10 Manual De Instrucciones página 29

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 98
De booraandrijving krijgt alleen spanning wanneer de groene combischakelaar wordt ingedrukt. Dan pas
begint de booraandrijving. Als de spanning wordt onderbroken, bijv. door een defect in de voedings-
kabel of doordat de rode tuimelschakelaar wordt ingedrukt, blijft de booraandrijving spanningsloos, zelfs
nadat de spanning terugkeert of nadat de rode tuimelschakelaar weer wordt ingeschakeld. Dankzij de
FÖRCH-artikelen boorhouder (art.nr. 5323 108 116) en adapter (art.nr. 5323 108 109) kunt u ook spiraal-
boren tot Ø 13,0 mm gebruiken.
Vóór ingebruikname
Lees en volg de gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies aandachtig. Breng de aansluiting van het
elektrische apparaat correct tot stand. Let op de nominale spanning op het typeplaatje! Als u een ver-
lengsnoer wilt gebruiken, moet deze zijn ontworpen voor de toepassing en het nominale stroomverbruik
van de boormachine. Let op: Voor boorwerkzaamheden die horizontaal en verticaal naar boven moeten
worden uitgevoerd, moet de boorkolom met de meegeleverde veiligheidsriem in overeenstemming met
de ongevallenpreventievoorschriften van de beroepsorganisaties worden vastgezet. De boorkolom is met
een geschikte riemgeleiding uitgerust. U kunt de booraandrijving met behulp van de inbussleutel (SW6)
in hoogte verstellen. De stelschroef bevindt zich aan de achterkant van de tandwielkast.
Inbedrijfstelling
Lijn de boorpunt uit met de korrelige boorpositie. Zet de magneetboorkolom met de rode tuimelschake-
laar "AAN". De magneetboor hecht aan het werkstuk dankzij het opgebouwde magnetische veld.
Controleer voor het boren of de magneetboor goed vastzit. Nu kunt u de magneetboormachine fijnposi-
tioneren en de boorpunt precies op de boorpositie uitlijnen. Dit is mogelijk omdat de hechtkracht van de
magneet bij uitgeschakelde booraandrijving met ongeveer 50% verminderd is. De booraandrijving is nu
met de combischakelaar ingeschakeld – groen - AAN. Opmerking: De booraandrijving kan alleen worden
gestart als de elektromagneet is ingeschakeld. De boortoevoer wordt nu handmatig met behulp de
bedieningshendels uitgevoerd. Om overbelasting van de magneetboormachine of voortijdige slijtage van
het hulpstuk te voorkomen, moet de boordruk worden bijgesteld. Na elke keer boren moeten de spaan-
ders en/of de boorkern worden verwijderd. Doseer de koeling en smering van het boorproces op grond
van het geplaatste hulpstuk. Let op dat niet meer dan de vereiste hoeveelheid koelmiddel/smeermiddel
wordt gebruikt en deze niet in de magneetboormachine terechtkomt. Magneetboormachines moeten
liggend worden bewaard, zodat het tandwielvet weer gelijkmatig wordt verdeeld.
Boormachine aan- en uitzetten
Het bedieningspaneel van uw magneetboormachine is ontworpen
voor optimale bediening en veiligheid.
1 – De AAN-knop (GROEN):
Deze (bovenste) knop wordt gebruikt om de
motoreenheid AAN te zetten ("–").
2 – De UIT-knop (ROOD):
Deze (onderste) knop wordt gebruikt om de
motoreenheid UIT te zetten ("O").
3 – De magneetschakelaar (ROOD):
Deze knop wordt gebruikt om de hoofdvoeding en
de magneet AAN en UIT te schakelen.
3. Magneet-
schakelaar
1. Aan
2. Uit
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

5323 108 10

Tabla de contenido