Draag de volgende beschermingsmiddelen wanneer u met dit apparaat werkt: veiligheidsbril,
stevig schoeisel, gehoorbescherming, haarnetje (voor lang haar), zo nodig ook een schort en helm.
Het draagvlak voor de magneetvoet moet vlak, schoon en roestvrij zijn. Verwijder lak- en plamuurlagen.
Voer geen elektrolaswerkzaamheden uit aan het werkstuk dat u met de metaal-kernboormachine gaat
bewerken. Installeer het koelsysteem voor alle werkzaamheden ter ondersteuning van de koeling.
Mensen met een pacemaker of andere medische apparaten mogen dit apparaat alleen gebruiken met
voorafgaande toestemming van een arts!
Grijp nooit in draaiende delen! Houd handen en vingers uit de buurt van het werkgebied zolang de motor
draait. Er bestaat gevaar voor letsel!
LET OP: altijd vóór gebruik van de machine lezen.
De magneetboormachine mag alleen worden gebruikt voor het beoogde doel.
Gebruik als hefmagneet is gevaarlijk en onder geen beding toegestaan. Oneigenlijk gebruik vormt een
risico voor mensen en machines.
Opbouw
De magneetboormachines bestaan uit de componenten boorkolom en booraandrijving. Deze com-
ponenten zijn permanent met elkaar verbonden en kunnen niet los of gescheiden van elkaar worden
gebruikt. De behuizing van de boorkolom is gemaakt van gegoten aluminium en heeft alle belangrijke
elektrische en mechanische bedieningselementen. De magneetboormachines zijn uitgerust met een
krachtige elektromagneet en een zelfstartvergrendeling voor de booraandrijving. Magneetboormachines
vallen onder beschermingsklasse I met een massakabel conform IEC 745. De booraandrijvingen, die zijn
ontwikkeld in overeenstemming met DIN VDE 0740 en IEC 745-1, zijn radio-ontstoord volgens EN 55014
en EN 61000 en ontwikkeld voor continu gebruik. Het geluidsdrukniveau op de werkplek kan 85 dB (A)
overschrijden. In dat geval zijn geluidsbeschermingsmaatregelen voor de operator vereist. De opgegeven
geluidsemissiewaarden van onze magneetboormachine zijn gebaseerd op DIN 45649 deel 2, DIN 45635
deel 21 en DIN EN 27574 (ISO 7574). Magneetboormachines met fijnpositionering – alleen met goed
uitgeruste machines – maakt nauwkeurige instelling van het boorhulpstuk mogelijk in elke positie binnen
het instelbereik. De booraandrijving wordt nauwkeurig geleid door de verstelbare zwaluwstaartgeleiding
met slijtvaste messing geleidestrips. Dit staat borg voor een soepele, gelijkmatige toevoer. De boortoe-
voer wordt handmatig uitgevoerd met behulp de bedieningshendels.
Gebruik van de magneetboormachine F10
De magneetboormachine is ontworpen voor het boren op werkstukken met magnetische functies voor
elke werkpositie, horizontaal en verticaal. Losse roest en aanslag, evenals verf- en plamuurlagen moeten
worden verwijderd. Bij het boren van materiaaldiktes onder 15,0 mm, moet een stalen plaat met de
juiste dikte onder het te bewerken werkstuk worden gelegd, zodat de elektromagneet zijn hechtkracht
beter kan ontwikkelen. Plaats de geactiveerde magneetboor nooit op isolerend materiaal (bijv. hout,
beton, enz.). Door onvoldoende warmteafvoer kan oververhitting ontstaan en kan de elektromagneet
kapot gaan. Houd er altijd rekening mee dat de hechtkracht van de magneet wegvalt in het geval van
een stroomonderbreking (stroomstoring, trekken aan de stekker). Magneetboormachines mogen niet op
werkstukken worden gebruikt, waarop ondertussen booglaswerkzaamheden worden uitgevoerd.
De lasstroom kan de machine beschadigen. De magneetboormachine is altijd uitgerust met een zelf-
startvergrendeling. De zelfstartvergrendeling zorgt ervoor dat wanneer de rode tuimelschakelaar wordt
ingeschakeld, alleen de elektromagneet onder spanning staat.