1.6 Maak het klepje en het prisma na gebruik schoon met een zachte doek.
Opmerking: De kalibratie moet worden uitgevoerd in dezelfde omgevingstemperatuur
als waarin de meter wordt gebruikt. Als de werktemperatuur meer dan 5°C
verandert, moet de meter opnieuw gekalibreerd worden.
2. Meten
2.1 Open het klepje en breng 2-3 druppels van de te meten vloeistof aan. Zorg dat het
volledige oppervlak van het prisma bedekt is.
2.2 Sluit het klepje en zorg dat er geen luchtbellen of droge plekken zijn.
Fout
NL
2.3 Wacht 30 seconden en kijk vervolgens in het oculair om de meetwaarde te bepalen.
Dit is de plek waar het bovenste blauwe veld en het onderste witte veld elkaar raken.
Zichtbaar door
het oculair
2.4 Lees de waarde af op de gewenste schaal.
Limit 1800
18
15
10
Brix % 20°C
2.5 Maak het klepje en het prisma na gebruik schoon met een zachte doek.
22
Fout
Goed
18
16
4
2
0
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
5
4
3
2
1
0
0
Limit 6400
°C
-50
-50
ADBLUE
-40
-40
%
35
20
d
20
32.5
1.30
-30
-30
30
-25
1.25
-25
CLENER
°C
-40
1.20
-30
1.15
-20
1.10
BATTERY
G13
G12
-10
FLVID
PROPYLENE
ETHYLENE
GLYCOL
GLYCOL
0
0
Limit 6500
40
40
35
35
30
30
25
25
20 °C
% AUS32
[ 68°F ]
20
20
15
15
10
10
5
5
0
0