Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
5.2 Hydraulische aansluitingen
De volgende algemene richtlijnen zijn nuttig om te bepalen of u
het hydraulische circuit juist hebt aangesloten.
• Zorg ervoor dat alle slangen en fi ttingen op de juiste ingangs-
en uitgangspoorten van de pomp en cilinders zijn aangesloten.
• Controleer of alle hydraulische verbindingen, slangen, fi ttingen
en koppelingen de juiste nominale drukcapaciteit hebben en
goed zijn aangedraaid.
• Haal de verbindingen niet te vast aan. De verbindingen hoeven
alleen goed vast te zitten en vrij van lekken te zijn.
• Indien gebruik wordt gemaakt van NPTF-verbindingen, dient
een afdichtingsmiddel van goede kwaliteit gebruikt te worden
op de schroefdraden van de pijp. Gebruikt 1-1/2 wikkelingen
tefl ontape, maar laat de eerste volledige draadgang vrij van tape
om te verzekeren dat geen deeltjes het systeem binnendringen,
en schade veroorzaken.
6.0 ACCU OPLADEN
De accumulatoren worden reeds gevuld geleverd. Accumulatoren
kunnen opnieuw gevuld worden met de accumulator al dan niet
in het systeem geïnstalleerd. Wanneer een accumulator die in
een systeem is geïnstalleerd wordt gevuld, moeten alle slangen
en fi ttingen worden geïnspecteerd om er zeker van te zijn dat er
geen lekken zijn.
WAARSCHUWING: Bij het vullen van een accumulator
die niet in een systeem is geïnstalleerd moeten de
fi ttingen en pluggen van de hydraulische poort worden
verwijderd en moet deze poort van mensen en apparatuur af
gericht worden, aangezien eventueel resterende vloeistoff en met
een hoge snelheid uit de accumulator verdreven kunnen worden.
6.1 Benodigde apparatuur:
1.
Stikstoftank met meters en slangen.
2.
Vulapparaat WAT-2 van Enerpac.
ELEMENTEN:
A.
Dop (P1620-kleppen alleen)
B.
Handwiel
C.
Expansieklep
D.
Draadgangbeschermer
E.
Kraagverbinding met
schroefdraad
F.
Connector, stikstofslang
V10N
G.
Manometermontage
H.
Snelkoppeling
I.
Plug (V10N-kleppen alleen)
J.
Adapter
K.
Koppeling
L.
Koperen pakkingring
P1620
I
A
Oplaadklep details
(typisch)
Figuur 1, WAT-2A oplaadapparaat en adapters
6.2 Vereiste omstandigheden:
1.
Hydraulische pomp in de stand "uit".
2.
De afsluitklep tussen de accu en het hydraulisch systeem
moet worden geopend en het hele hydraulische circuit
zonder druk zijn.
6.3 Montage assemblage en installatie van het WAT-2A
oplaadapparaat
Het WAT-2A oplaadapparaat bevat adapters voor alle versies van
de ACL-serie accumulators. Oudere ACL modellen zijn uitgerust
met een V10N oplaadklep en kunnen worden geïdentifi ceerd
door een draadgangdop in de opening van de klep. De huidige
ACL-modellen (modelnummers die eindigen op "A") zijn uitgerust
met een P1620-oplaadklep en kunnen worden geïdentifi ceerd
door een verwijderbare klepkap en sjorketen.
Modellen ACL21, ACL22, ACL201, ACL202 en ACL502:
Installeer het oplaadapparaat op de accumulator zoals beschreven
in de volgende stappen. Raadpleeg de fi guren 1 en 2.
1.
Monteer koppeling (K) en koperen ringetje (L) op manometer
(G). Sluit deze componenten aan op het oplaadapparaat via
de snelkoppeling (H).
2.
Bevestig de 5/8-18 UNF adapter (J) op het oplaadapparaat
op de kraagverbinding (E) met schroefdraad.
3.
Draai het handwiel (B) bovenop het oplaadapparaat linksom
totdat het stopt.
4.
Draai de expansieklep (C) aan de zijde van het oplaadapparaat
naar rechts totdat ze stopt.
WAARSCHUWING: Het niet volgen van de stappen 3
en 4 zullen stikstofgas lekkage als resultaat geven, om-
dat het oplaadapparaat en de adapter zijn geïnstalleerd
op de accumulator. Dit kan tot ernstig persoonlijk letsel leiden.
5.
Verwijder de stekker (I) van de V10N-oplaadklep op de accu.
6.
Bevestig het gemonteerde oplaadapparaat en de adapter (J)
op de adapter (J) op de V10N-oplaadklep als een geheel.
Draai totdat hij vastzit.
B
C
E
Gebruik met
P1620-oplaadklep
(M16 x 2,0)
28
D
F
H
K
L
J
Gebruik met
V10N-oplaadklep
(5/8-18 UNF)
G
Tabla de contenido
