(hete) werkstukken niet onbeheerd achter in
de werkplaats. Koel het werkstuk af, alvorens
de werkplaats te verlaten.
Bescherming tegen straling en brandwonden
•
Op de werkplek moet door het opschrift
"Voorzichtig! Niet in de lasvlam kijken!" op het
gevaar voor de ogen worden gewezen. Indien
mogelijk moeten de werkplaatsen zo
afgeschermd worden, dat in de buurt zijnde
personen geen gevaar lopen. Onbevoegden
moeten van de laswerkzaamheden worden
weggehouden.
•
Muren in de onmiddellijke nabijheid van vaste
werkplekken mogen niet helder gekleurd of
glimmend zijn. Ramen moeten minstens tot op
hoofdhoogte tegen het doorlaten en
terugkaatsen van straling worden beveiligd,
bijvoorbeeld met een geschikte verflaag.
Ingebruikname
Fig. 3
Tip: Voordat u moeilijke werkstukken gaat lassen
kunt u beter eerst oefenen op een proefstukje.
•
Zorg voor een schoon werkstuk: verwijder
eventueel roest, vet en verfresten.
•
Stel de gewenste stroomsterkte in met behulp
van de draaiknop aan de voorzijde van het
lasapparaat.
De keuze van de stroomsterkte hangt af van
het werkstuk en het type elektrode dat wordt
gebruikt.
•
Plaats het deel van de elektrode zonder
bekleding in de elektrodehouder en verbind de
massaklem met het werkstuk.
•
Zet het lasapparaat aan met de hoofdschakelaar.
•
Houd de laskap voor uw gezicht en strijk de
elektrodepunt over het werkstuk alsof u een
lucifer aansteekt. Dit is de beste manier om de
lasboog te starten. Sla de elektrode niet tegen
het werkstuk. Dit zal de elektrode beschadigen
en het starten van de lasboog bemoeilijken.
•
Probeer onmiddellijk nadat de lasboog start de
afstand tussen elektrodepunt en werkstuk
gelijk te houden. Deze afstand gelijk houden
aan de diameter van de elektrode. Bewaar
deze afstand zo constant mogelijk tijdens het
lassen.
•
Beweeg de elektrode in een slepende
beweging langzaam over het werkstuk.
•
Houd de hoek tussen elektrode en werkstuk
tussen 60° en 70° in de beweegrichting.
Ferm
•
Wanneer de lasverbinding gereed is, verbreek
dan de lasboog door de elektrode van het
werkstuk te verwijderen.
•
Schakel het lasapparaat uit.
Let op. Wanneer u het lasapparaat aan
laat staan, is de kans groot dat de
elektrode contact maakt (via werkbank)
met de massakabel en spontaan begint te
lassen.
•
Verwijder de slak van de lasverbinding met de
bikhamer.
Kijk uit voor wegvliegende hete metaaldeeltjes.
Draag altijd een veiligheidsbril.
•
Las nooit over slakresten heen: de slak vormt
een isolerende en verontreinigde laag en
hierdoor verzwakt de las (zgn. slakinsluiting).
•
Borstel de las schoon met behulp van de
staalborstel.
Let op. Het werkstuk heeft nog steeds een
zeer hoge temperatuur. Laat het hete
werkstuk niet onbeheerd achter.
Indicatielampje temperatuur
Fig. 1
Wanneer de temperatuur van het lasapparaat te
hoog wordt, zal de ingebouwde thermostaat
uitschakelen (indicatielampje gaat branden). De
ingebouwde ventilator koelt de machine. Na
afkoeling zal het lampje weer uitgaan. Laat de
machine bij voorkeur voldoende tijd afkoelen; bij
intensief lassen is de kans groot dat de thermische
beveiliging anders na enkele minuten opnieuw in
werking treedt.
5. Service en onderhoud
Zorg dat de machine niet onder spanning
staat wanneer
onderhoudswerkzaamheden aan het
mechaniek worden uitgevoerd.
Dit apparaat is ontworpen om gedurende lange tijd
probleemloos te functioneren met een minimum
aan onderhoud. Door het apparaat regelmatig te
reinigen en op de juiste wijze te behandelen,
draagt u bij aan een hoge levensduur van uw
machine.
NL
23