Nauwkeurigheid van verticale lijn - Loodlijn
Controleren dat de verticale lijn van de laser loodrecht is.
1.
Meet de hoogte van een deurpost (of een referentiepunt op
het plafond) voor hoogte D1 (Afbeelding
2.
Plaats de laser op de vloer tegenover de deurpost,
(Afbeelding
F
1
3.
Schuif de Power/Transport vergrendeling schakelaar naar
rechts om de laser AAN te zetten (Afbeelding
4.
Druk tweemaal op
weergegeven.
NL
5.
Richt de verticale lijn van de laser op de deurpost of het
referentiepunt op het plafond.
6.
Markeer punt P1 waar de verticale laserlijn de hoogte van
de deurpost kruist.
7.
Meet afstand D1 vanaf waar de laserstraal de vloer raakt,
markeer daar punt P2.
8.
Meet afstand D1 vanaf P2 en markeer daar punt P3.
9.
Verplaats de laser naar de tegenovergestelde zijde van
punt P3 en richt de verticale lijn van de laser op punt P2
(Afbeelding
F
2
10.
Zet de verticale lijn van de laser op één lijn met punten P2
en P3 op de vloer, markeer punt P4 boven de deurpost.
11.
Meet de afstand tussen punten P1 en P4
(Afbeelding
F
3
12.
Als de meting groter is dan de toegestane afstand tussen
P1 & P4 voor de bijbehorende Verticale Afstand (D1) in
de volgende tabel, moet de laser worden nagezien in een
officieel servicecentrum.
Hoogte van
verticale afstand
(D1)
2,5m (8')
5m (16')
6m (20')
9m (30')
52
F
1
).
zodat een verticale lijn wordt
).
).
Toegestane afstand
Tussen P1 en P4
1,5mm (1/16")
3,0mm (1/8")
3,6mm (9/64")
5,5mm (9/32")
De laser gebruiken
Bedieningstips
).
• Markeer altijd het middelpunt van de straal die door de laser
wordt geprojecteerd.
• Extreme temperatuurwisselingen kunnen leiden tot beweging
van interne onderdelen en dat kan de nauwkeurigheid
nadelig beïnvloeden. Controleer de nauwkeurigheid vaak
).
A 7
tijdens uw werkzaamheden.
• Als de laser is gevallen, controleer dan vooral altijd de
kalibratie.
• Zolang de laser goed is gekalibreerd, stelt de laser zichzelf
waterpas. Iedere laser wordt in de fabriek zo gekalibreerd dat
waterpas wordt gevonden zolang het apparaat maar op een
vlak oppervlak wordt geplaatst dat niet meer dan gemiddeld
± 4° van het waterpaspunt is verwijderd. Handmatige
aanpassingen zijn niet nodig.
• Gebruik de laser op een glad, vlak en recht oppervlak.
De laser uitschakelen
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar de stand OFF/
Locked (Afbeelding
Staat de schakelaar niet in de vergrendelde positie (Locked),
dan wordt het laser-apparaat niet uitgeschakeld.
De laser gebruiken met accessoires
WAARSCHUWING:
Accessoires die niet worden aangeboden door
Stanley, zijn niet met deze laser getest, en daarom
kan het gebruik van dergelijke accessoires met deze
laser gevaarlijk zijn.
Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met dit
model worden aanbevolen. Accessoires die misschien geschikt
zijn voor de ene laser, kunnen gevaarlijk zijn wanneer ze op een
andere laser worden gebruikt.
De onderzijde van de laser is voorzien van een 1/4-20 en een
5/8-11 inwendige schroefdraad (Afbeelding
met nu en in de toekomst verkrijgbare Stanley-accessoires.
Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met deze
laser worden opgegeven. Volg de aanwijzingen die bij het
accessoire worden geleverd.
) wanneer de laser niet in gebruik is.
A
6
) voor gebruik
C