F 39 0120 EVA
Aftakking B1 onder de afdekking (2) langs de
autokabelbundel naar de PDC-luidspreker H40 (1)
monteren en aansluiten.
Grondvlak hoedenplank inbouwen.
F 39 66 011 M
Aftakking B5 naar de montageplaats van het PDC-
regelapparaat monteren.
Aftakking B2, kabelkleur violet/zwart, naar de
zekeringenhouder A49 (1) boven de accu
monteren en bij de uitgang van de zekering F61,
X10018 aansluiting 12, erindrukken.
De aftakkingen B3 en B4 langs de
autokabelbundel naar het rechter achterlicht
monteren.
Aftakking B4, kabelkleur bruin/zwart, op het
massasteunpunt X13075 (2) onder het achterlicht
rechts aansluiten.
Alleen auto's zonder spanningstoevoer naar de
zekering F61
Kabel met de kabelkleur violet/wit bij de uitgang
van het ontlastingsrelais K3 (3) kl. R doorsnijden,
einden van de leidingen afstrippen en op elk einde
van de leiding een contrastekker krimpen,
contrastekkerhuis eropsteken en met de
aansluitingen C1, kabelkleur violet/wit, verbinden.
Aftakking C2, kabelkleur violet/wit, bij de uitgang
van de zekering F61, X10018 aansluiting 11,
erindrukken. Met 5A zekering beveiligen.
F 39 66 012 M
Aftakking B3 langs de autokabelbundel naar de
steekverbinding X322 (1) achter de linker
bagageruimtebekleding monteren.
Aftakking B3, kabelkleur wit/grijs/geel, op
aansluiting 4 van de steekverbinding X322 (1)
aansluiten.
8. PDC-regelapparaat inbouwen
F 39 66 013 M
PDC-regelapparaat A81 (1) zoals afgebeeld met de
kunststof moeren (3) op de houder (2) bevestigen.
F 39 66 014 M
Plaatmoer (1) eropsteken en kunststof moeren (2)
losdraaien.
F 39 66 015 M
PDC-regelapparaat A81 (1) met houder zoals
afgebeeld aanbrengen en met combiplaatschroef
(3) en kunststof moeren (2) bevestigen.
De stekkers A5 en B5 in de contrastekkers met
dezelfde kleur van het PDC-regelapparaat A81 (1)
steken en met de vergrendelingsbeugels arrêteren.
De auto in omgekeerde volgorde van de
demontage wer in elkaar zetten.
9. Codering
Voor de optimale aanpassing van het naderhand in
te bouwen PDC-systeem aan de specifieke
omstandigheden van de auto is een codering van
het PDC-regelapparaat noodzakelijk. Voor de
codering van het PDC-regelapparaat wordt de
Mobiele Diagnose Computer - MoDiC (III) of de DIS
met de CD-versie 16 (of hoger) benodigd, een
codering met een oudere versie ist niet mogelijk.
Onderstaand worden de stappen van de codering
in het kort aangegeven:
MoDiC (III) of DIS op diagnosestekker in de auto
aansluiten en ontsteking inschakelen.
Menupunt "Codering/Programm." kiezen
"Codering ZCS"
"Codering via centrale codeersleutel (ZCS)
versie 16.0 (of hoger)
"Modelserie E 39" kiezen
"Naderhand inbouwen"
"PDC"
"Automatische codering"
Aanwijzing
Na beëindiging van het coderen de ontsteking ca.
10 seconden lang uitschakelen. Vervolgens
functiecontrole uitvoeren.
10. Schakelschemas
F 39 0121 EVA
A49
Zekeringenhouder IV
A81
PDC-regelapparaat
B34
Ultrasone sensor achter links
B35
Ultrasone sensor achter midden links
B36
Ultrasone sensor achter midden rechts
B37
Ultrasone sensor achter rechts
H40
PDC-luidspreker
X300
12-polige zwarte aansluitstekker
X322
Kar-radio/HIFI
X362
2-polige zwarte aansluitstekker
X6500
Steekverbinding adapter
X6501
Aansluiting adapterleiding
X10018 Zekeringenstrip IV A49
X13075 Massa
X18013 12-polige witte aansluitstekker
X18020 3-polige zwarte aansluitstekker
X18021 3-polige zwarte aansluitstekker
X18022 3-polige zwarte aansluitstekker
X18023 3-polige zwarte aansluitstekker
<Enter>
<Enter>
<Enter>
<Enter>
<Enter>
<Ja>
NL/17