afhankelijk van de snelheid. Hoe harder u trapt, hoe groter
het krachtbereik. Het is in ieder geval mogelijk dat er
extreme omstandigheden zijn waarin de gevraagde kracht
buiten het bereik is (of te hoog of te laag).
In deze gevallen levert de rol de maximum/minimum
mogelijke kracht en gaat weer goed werken zodra de
omstandigheden weer geschikt zijn voor de kracht die
door de Drivo II geleverd kan worden. Als de benodigde
kracht buiten het leverbare krachtbereik is geeft de rol de
werkelijke kracht die de rol aan het leveren is op de monitor
weer en niet de theoretische kracht.
05_HELLING
De maximaal simuleerbare helling op de Drivo II varieert
afhankelijk van de snelheid waarmee de renner fietst en
het gewicht van deze persoon. De kracht die nodig is om
een helling op te fietsen is afhankelijk van de snelheid (hoe
sneller = hoe krachtiger je moet trappen) en het gewicht
(hoe zwaarder de fietser, hoe harder hij moet trappen). Elke
fietser heeft dus op basis van zijn gewicht een maximaal
stijgingspercentage dat hij kan overwinnen (voor een fietser
van 60 kilogram die 24 kilometer per uur fietst is het
maximum stijgingspercentage van de weg 10%).
Drivo II maakt gebruik van een magnetisch systeem dat
berust op de beweging van een magnetische arm binnen
in een metalen schijf die in beweging is. Dankzij deze
technologie, kan men op heel getrouwe wijze ook de minste
hellingsverschillen simuleren, rekening houdend met de
inertie die men zou ervaren bij het fietsen op de weg. De
weerstand wordt dus geleidelijk aan verlaagd of verhoogd.
Dit systeem maakt het mogelijk te voorkomen dat de
pedalen volledig vastlopen omwille van een te grote kracht.
06_KRACHTBEREIK
Drivo II heeft een ingebouwd systeem voor het meten van
de kracht. Dit gepatenteerd systeem is in staat om heel
nauwkeurig de kracht te meten die de wielrenner ontwikkelt
tijdens de training.
De krachtmeting heeft een precisie van ±0,5%.
Voor meer informatie, raadpleeg de site: www.elite-it.com.
07_TRANSMISSIEPROTOCOLLEN
Drivo
II
maakt
gebruik
transmissieprotocollen om te interageren en gegevens te
sturen naar programma's / apps / toestellen.
Controleer met de fabrikant van de app / programma /
apparaat de compatibiliteit met één van deze protocollen.
ANT+™
ANT+™ FE-C. Dankzij dit protocol kan het programma / de
app / het toestel de gegevens ontvangen van de training en
de weerstand van de rol variëren. Het is mogelijk compleet
te interageren met de rol.
van
twee
verschillende
ANT+™ Speed&Cadence (Snelheid&Ritme)*. Dit protocol
is handig om de gegevens betreffende de snelheid en het
ritme van de rol te versturen. Dit protocol is veel frequenter
in gebruik dan ANT+™ FE-C maar maakt geen interactie
mogelijk met de app / het programma / de randapparatuur.
ANT+™ Power (Kracht). Dankzij dit protocol kunt u het
gegeven betreffende de kracht die de wielrenner ontwikkelt
versturen. Dit protocol komt vaker voor dan ANT+™ FE-C
maar maakt geen interactie mogelijk met de app / het
programma / de randapparatuur.
Met uitzondering van sommige smartphones die beschikken
over een ingebouwde connectiviteit ANT+™ voor
verbindingen via het protocol ANT+™, is een stick nodig.
Voor de randapparatuur iOS is een speciale stick nodig (niet
inbegrepen).
De volledige lijst met randapparatuur compatibel met het
protocol ANT+™ is beschikbaar op de site ANT+™ (http://
www.thisisant.com/directory/).
BLUETOOTH SMART
Fitness Machine – Indoor Bike Service (FTMS). Met dit
protocol kan het compatibele programma / app / apparaat
de gegevens van de training ontvangen en de weerstand van
de trainer veranderen.
Met dit protocol is volledige interactie met de trainer
mogelijk.
Dienst Speed&Cadence (Snelheid&Ritme)*. Dankzij dit
protocol kunt u de gegevens betreffende snelheid en ritme
van de rol versturen. Interactie met een programma / app /
toestel is niet mogelijk.
Dienst Power (Kracht). Met dit protocol kunt u het gegeven
betreffende de kracht die de wielrenner ontwikkelt versturen.
Interactie met het programma / de app / het toestel is niet
mogelijk.
In de meeste gevallen, beschikken smartphones en tablets
al over een aansluiting Bluetooth Smart en bijgevolg is
het niet nodig extra componenten toe te voegen om te
kunnen communiceren met Drivo II. Mogelijk is Drivo II
niet compatibel met de oudere randapparatuur. Ga met uw
producent de compatibiliteit met Bluetooth Smart na.
OPMERKINGEN: Als de roltrainer via een Bluetooth Smart
protocol verbonden is met een apparaat is het niet meer
mogelijk om de trainer met andere Bluetooth apparaten
te verbinden. Dit is te wijten aan een beperking van het
Bluetooth Smart protocol.
* Opgelet: als het programma / app / apparaat gebruik
maakt van het Speed&Cadence (Snelheid&Cadans) protocol
moet er om gegevens over de snelheid te ontvangen een
wielomtrek ingesteld worden die gelijk is aan de werkelijke
omtrek van het wiel gedeeld door 3,4. Bijvoorbeeld: als de
wielomtrek 2095 mm is dan moet voor de wielomtrek de
volgende waarde ingesteld worden: 2095 / 3,4 = 616 mm.
NL
85