NEDERLANDS
Draai de beschermkap (8) ondersteboven en schuif
u
deze volledig op de motorbehuizing (12). Controleer dat
de nokken (13) op de beschermkap in de gaten (14)
van de motorbehuizing glijden, zoals wordt getoond in
Afbeelding D.
Schuif de beschermkap verder door tot u de kap op zijn
u
plaats hoort klikken.
Voltooi de montage van de beschermkap door de
u
beschermkapschroef met een kruiskopschroevendraaier
in te draaien en stevig vast te zetten, zoals in Afbeelding E
wordt getoond.
Verwijder, wanneer de beschermkap is geïnstalleerd, de
u
afdekking van het draadsnijvlak, die zich op de rand van
de beschermkap bevindt.
Waarschuwing! Gebruik het gereedschap nooit wanneer de
beschermkap niet op juiste wijze is bevestigd.
Hoogte instellen (Afb. F, G–G3)
Waarschuwing! Pas de lengte van de trimmer aan voor een
geschikte werkpositie, zoals wordt getoond in
afbeeldingen G - G3.
De totale hoogte van de trimmer kan worden aangepast
u
door de kraag voor de hoogte-afstelling (5) los te draaien
en in de richting van de pijl te draaien, zoals wordt
getoond in Afbeelding F.
Verplaats de bovenste behuizing recht omhoog of omlaag.
u
Zet, wanneer de gewenste hoogte is bereikt, de kraag
vast door deze in de richting te draaien die tegengesteld is
aan de richting die in Afbeelding F wordt getoond.
De snijdraad losmaken
Tijdens transport is de snijdraad aan de spoelbehuizing
bevestigd met tape.
Verwijder de tape waarmee de snijdraad aan de spoelbe-
u
huizing vast zit.
Bediening
Waarschuwing! Draag altijd de juiste oogbescherming.
Waarschuwing! Gebruik voor het maaien alleen het juiste
type snijdraad.
Opmerking: inspecteer het gebied dat u wilt trimmen en
verwijder draad, snoer en touw die verstrikt zouden raken in
de draaiende draad of spoel. Let er vooral goed op dat u uit
de buurt blijft van draad dat naar buiten kan zijn gebogen naar
het apparaat toe, zoals losse stukken draad aan de onderzijde
van een afrastering.
In- en uitschakelen
U schakelt het apparaat in door op de vergrendelingsknop
u
Uit-stand (2) te duwen, en de Aan/Uit-schakelaar (1) in te
knijpen.
U schakelt het apparaat uit door de Aan/Uit-schakelaar los
u
te laten.
52
(Vertaling van de originele instructies)
De trimmer gebruiken (Afb. F, G–G3)
Beweeg terwijl de trimmer is ingeschakeld, de machine
u
onder een hoek met een zwaaibeweging heen en weer,
zoals wordt getoond in afbeelding G.
Houd een maaihoek van 5° tot 10° aan, zoals wordt
u
getoond in Afbeelding G1. Werk niet onder een hoek van
meer dan 10° (Afbeelding G2). Maai met het uiteinde van
de draad. Bewaar met behulp van de kantengeleider (7)
afstand tot harde oppervlakken.
Neem een afstand van minimaal 600 mm in acht tussen
u
de beschermkap en uw voeten, zoals in Afbeelding G3
wordt getoond. Stel de totale hoogte van de trimmer af op
deze afstand, zoals wordt getoond in Afbeelding F.
Omschakelen naar kanten trimmen (Afb. H, I)
Waarschuwing! Wanneer de machine wordt gebruikt als
kantentrimmer, kunnen stenen, stukken metaal en andere
voorwerpen door de draad met hoge snelheid worden
weggeslingerd. De trimmer en beschermkap zijn ontworpen
met het oog op het verminderen van het gevaar. Maar
ZIE EROP TOE dat andere personen en huisdieren zich
op een afstand van ten minste 30 m bevinden. De beste
maairesultaten worden verkregen op randen die dieper dan
50 mm zijn.
Neem de accu uit de trimmer.
u
Draai voor onderhoud van de gazonkanten de kraag (5)
u
zoals wordt getoond in deel 1 van Afbeelding H.
Houd de metalen as vast en draai de onderste behuizing
u
180°, zoals in deel 2 wordt getoond.
Draai de kraag totdat deze vastzit.
u
Til de kantengeleider (7) in de stand voor het trimmen van
u
gazonkanten, zoals wordt getoond in Afbeelding I.
Plaats de trimmer boven het oppervlak zoals wordt
u
getoond in Afbeelding J.
Keer terug naar de trimstand door de vergrendelingskraag
u
los te draaien en de onderste behuizing 180° terug te
draaien. Draai de kraag totdat deze vastzit
Nuttige tips voor het maaien
Maai met de punt van de draad; duw niet de draadkop
u
in ongemaaid gras. Gebruik voor het beste resultaat
de kantengeleider langs schuttingen, gevels en
bloembedden.
Op schuttingen van draad en van paaltjes kan de draad
u
extra slijten, en zelfs breken. Op gemetselde muurtjes en
muurtjes van natuursteen, op trottoirs en op hout kan de
snaar snel slijten.
Laat de spoelkap niet over de grond of over andere
u
oppervlakken slepen.
Maai hoge begroeiing van boven af en niet meer dan
u
300 mm in één keer.