NL
3.1.3 Stroomvoorziening
De adapterdoos moet aan een elektrische stroombron aange-
sloten zijn. De geleverde stroombron wordt voor de verbinding
van 230 V gebruikt. De geleverde voertuigverbindingskabel
wordt voor een motorvoertuig gebruikt (draai en verwijder rode
beschermingsdop).
Er zijn verschillende adapters beschikbaar voor het stroomsta-
dium.
3.1.4 De adapterdoos voorbereiden
De toevoerkabel moet in de overeenkomstige contactdoos aan
de achterkant van de adapterdoos worden gestoken. Het con-
trolelichtje vooraan duidt op aanwezigheid van elektrische
stroom.
De kabel van de ontvangsteenheid, aan de achterkant van de
antenne, wordt in de DIN AV-contactdoos aan de achterzijde
van adapterdoos gestoken. Met de BNC-kabel moet nu een
verbinding worden gemaakt tussen de adapterdoos en een
NTSC-monitor (niet in de leveringsomvang begrepen).
De monitor aanzetten volgens de gebruiksaanwijzing.
NL
3.1.5 De ontvanger voorbereiden.
De ontvangsteenheid bevindt zich aan de achterkant van de
antenne. Er kunnen 2 kanalen op de ontvanger worden
geselecteerd.
3.2
EVOLUTION 4000
voorbereiden voor video-overdracht
De camera aanzetten volgens de bedieningsaanwijzingen.
Zet de video-overdracht aan. Het geselecteerde kanaal op de
camera moet met het kanaal van de ontvangsteenheid over-
eenstemmen.
Het geselecteerde kanaal wordt op de LCD-display van de
camera bovenaan rechts weergegeven.
(Page 7)
Bediening / Instelling van LCD
29