FAAC TM XT1 Guia Del Usuario página 3

1 CARACTERÍSTICAS TÉCNICAS
Alimentación:1 batería 3V, CR 2032
Consumo de corriente: 10 mA
Frecuencia: 868,30 MHz
Temperatura de servicio: -20°C / +55°C
Alcance: 100 m aprox. (externa) 30 m aprox. (interna)
Dimensiones: 110 x 38 x 14 mm
Peso: 37 g
2 FUNCIONAMIENTO
Tecla A: Subida
Tecla B: Bajada
Tecla C: Stop
Cada vez que se presiona la tecla de subida
o bajada del telemando, éste manda un
movimiento completo. Para detener una
maniobra hay que presionar el pulsador de
STOP , ya que de otro modo el motor permanece
activo hasta que llega al final de carrera
correspondiente.
3 MEMORIZACIÓN DEL PRIMER TELEMANDO EN EL
RECEPTOR
1.
Compruebe en la figura B a qué esquema de montaje
corresponde su instalación y localice la tecla del telemando
indicado (A o B).
2.
Alimente el motor. El receptor situado en el motor entrará
en fase de programación y hará que se mueva el motor
en ambas direcciones durante 1 segundo.
3.
Antes de que transcurran 15 segundos presione la tecla
del transmisor (A o B) correspondiente a su esquema de
montaje.
4.
Para confirmar la correcta programación, el motor se
moverá de nuevo en ambas direcciones durante 1 segundo.
4 CÓMO AÑADIR OTROS TELEMANDOS
1.
Presione y mantenga presionada durante 5 segundos
la tecla STOP del transmisor ya memorizado; el motor se
moverá durante 1 segundo en ambas direcciones.
2.
Antes de que transcurran 5 segundos, presione la tecla
SUBIDA y en los 5 segundos siguientes presione la tecla
BAJADA; el motor se moverá durante 1 segundo en ambas
direcciones.
3.
Presione la tecla SUBIDA del NUEVO transmisor antes de
que transcurran 5 segundos. Si el nuevo transmisor se ha
memorizado correctamente, el motor se mueve en ambas
direcciones durante 1 segundo.
4.
Si la memorización no se ha realizado correctamente,
repita el procedimiento.
ESPAÑOL
NEDERLANDS
1 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Voeding:1 batterij 3V, CR 2032
Stroomverbruik: 10 mA
Frequentie: 868,30 MHz
Bedrijfstemperatuur: -20°C/+55°C
Bereik: ca. 100 m (buiten) ca. 30 m (binnen)
Afmetingen: 110 x 38 x 14 mm
Gewicht: 37 g
2 WERKING
Toets A: Omhoog
Toets B: Omlaag
Toets C: Stop
Elke afzonderlijke impuls op de knop OMHOOG
of OMLAAG van de afstandsbediening heeft
een volledige beweging tot gevolg. Om een
manoeuvre te stoppen moet op de STOP-knop
worden gedrukt, anders blijft de motor actief
totdat de bijbehorende eindschakelaar wordt
bereikt.
3 OPSLAG VAN DE EERSTE AFSTANDSBEDIENING IN
HET GEHEUGEN VAN DE ONTVANGER
1.
Controleer op figuur B met welk montageschema uw
installatie correspondeert, en zoek de aangegeven toets
van de afstandsbediening op (A of B).
2.
Schakel de voeding van de motor in. De ontvanger in de
motor gaat over naar de programmeerfase, en laat de
motor 1 seconde lang in beide richtingen bewegen.
3.
Druk binnen 15 seconden op de toets van de zender (A of
B) die correspondeert met uw montageschema.
4.
Om te bevestigen dat de programmering correct is, zal
de motor zich nogmaals 1 seconde in beide richtingen
bewegen.
4 TOEVOEGING VAN ANDERE AFSTANDSBEDIENINGEN
1.
Houd de toets STOP van de al in het geheugen opgeslagen
zender 5 seconden ingedrukt; de motor beweegt 1 seconde
lang in beide richtingen.
2.
Druk binnen 5 seconden op de knop OMHOOG en druk in
de volgende 5 seconden op de knop OMLAAG; de motor
beweegt 1 seconde lang in beide richtingen.
3.
Druk binnen 5 seconden op de knop OMHOOG van de NIEUWE
zender. Als de nieuwe zender correct in het geheugen
is opgeslagen, beweegt de motor 1 seconde lang in
beide richtingen.
4.
Als de opslag in het geheugen niet gelukt is, moet de
procedure worden herhaald.
loading