2.2 Achterpaneel
Item
Beschrijving
A
Aansluiting netvoeding
B
WAN-poort
C
LAN-poorten (1 – 4)
D
Reset
E
WPS
F
Antenne aansluiting
Sluit de netvoeding aan op de stroomingang aan de achterkant van de draadloze router en op een
stopcontact. Het aan/uit-lampje aan de voorkant van de draadloze router gaat aan.
3.1 WAN-poort
Verbind de draadloze router via een LAN netwerkkabel met uw breedband internetmodem.
Het WAN-lampje aan de voorkant van de draadloze router gaat aan.
NB:
Als het WAN-lampje aan de voorkant van de router niet aan gaat, moet u ervoor zorgen dat:
- de router aan staat (aan/uit-lampje brandt),
- uw breedband internetmodem aan staat,
- de LAN netwerkkabel tussen router en modem goed is aangesloten.
3.2 LAN-poorten
Sluit een netwerkkabel aan op een van de vier LAN-poorten aan de achterkant van de draadloze router en
op de netwerkaansluiting van uw computer.
Het LAN-lampje van de gebruikte LAN-poort gaat branden om aan te geven dat er verbinding is met de
computer. (Uw computer moet zijn opgestart en de LAN-aansluiting van de computer moet zijn
ingeschakeld.)
Betekenis
Hier sluit u de netvoeding aan op de router
Hier sluit u uw breedband internetmodem aan op de router
Hier sluit u computer(s)/netwerkapparatuur aan op de router
Router resetten (ingedrukt houden)
WPS-functie aanzetten (kort indrukken)
R-SMA-connector voor antenne
3. Kabels aansluiten
NEDERLANDS
3