L2TP: Sommige internetproviders vereisen het gebruik van L2TP om met hun services
verbinding te maken.
Controleer en selecteer eerst het statische IP-adres of dynamische IP-adres die door uw
internetprovider is toegewezen.
Bijvoorbeeld: Gebruik statisch
1. Mijn IP-adres en mijn subnetmasker: het private IP-adres en subnetmasker die door uw
internetprovider aan u werden toegewezen.
2. IP-adres van de server: het IP-adres van de PPTP-server.
3. PPTP-account en wachtwoord: het account en wachtwoord die uw Internetprovider aan u heeft
toegewezen. Als u het wachtwoord niet wilt wijzigen, vul het veld dan niet in.
3. ID van de verbinding: optioneel. Voer de ID van de verbinding in als uw Internetprovider het vereist.
4. Maximale rusttijd: de tijd van inactiviteit om uw PPTP-sessie te verbreken. Stel deze op nul in of
schakel "Auto-reconnect" in om deze functie uit te schakelen. De router zal automatisch verbinding
maken met de internetprovider als "auto-reconnect" ingeschakeld is en het systeem opnieuw wordt
opgestart of de verbinding wordt verbroken.
Verbindingsbeheer: Er zijn 3 modi om uit te selecteren:
Connect-on-Demand: Het apparaat zal verbonden worden met de internetprovider wanneer de clients
uitgaande pakketten verzenden.
Automatisch opnieuw verbinden (Altijd ingeschakeld): Het apparaat zal blijven verbinden met de
internetprovider totdat de verbinding tot stand is gebracht.
Handmatig: Het apparaat zal geen verbinding maken totdat iemand op de "Connect"-knop op de
"Status"-pagina klikt.
162