13. Verstekhoek afstelling
De schaal van de schuifverstekzaagmachine kan
gemakkelijk worden gelezen, en toont verstekhoeken
van 0° tot 48° naar links en naar rechts. De
verstekzaagtafel heeft negen van de meest gebruikelijke
hoekinstellingen met positieve stops op 0°, 15°, 22,5°,
31,6° en 45°. Deze positieve aanslagen plaatsen het
zaagblad snel en nauwkeurig in de gewenste hoek.
Volg onderstaande procedure voor de snelste en meest
nauwkeurige afstellingen.
Instellen van de verstekhoeken: (Afb. 8)
(1) Trek de snelle-nokvergrendelingshendel omhoog
om de tafel te ontgrendelen.
(2) Verplaats de tafel terwijl u de positieve stop
vergrendelingshendel omhoog tilt om de aanwijzer
uit te lijnen met de gewenste graadaanduiding.
(3) Vergrendel de tafel op een positie door de snelle-
nokvergrendelingshendel naar beneden te duwen.
Aanpassing verstekaanwijzer:
(1) Verplaats de tafel naar de 0° positieve aanslag.
(2) Draai de schroef die de verstekaanwijzer vasthoudt
los met een kruiskopschroevendraaier.
(3) Stel de aanwijzer in op de 0°-markering en draai de
schroef weer aan.
14. De zaagdiepte afstellen
De maximale diepte van de zaagkop werd in de fabriek
ingesteld.
(1) Voor het instellen van de maximale breedte van de
zaagkop volgt u de onderstaande stappen: (Afb. 9-a)
Draai de stopknop tegen de klok in tot de stopknop niet
uitsteekt uit het stopblok terwijl u de zaagkop omhoog
beweegt.
Draai de ankerplaat met de klok mee.
Controleer de zaagdiepte nogmaals door de zaagkop
van voren naar achteren te bewegen door de volledige
beweging van een typische zaagsnede langs de
controlearm.
(2) Instellen van de maximale hoogteverschuiving van de
zaagkop, volg de onderstaande stappen: (Afb. 9-b)
Draai de stopknop tegen de klok in tot de stopknop niet
uitsteekt uit het stopblok terwijl u de zaagkop omhoog
beweegt.
Draai de ankerplaat tegen de klok in om het stopblok te
raken.
Zorg ervoor dat het stopblok de ankerplaat volledig
raakt.
15. Instellen van de zaagdiepte (Afb. 9-b)
De zaagdiepte kan ook vooraf worden ingesteld voor
gelijke en herhaalde ondiepe zaagsnedes.
(1) Zet de zaagkop omlaag totdat de tanden van het
zaagblad op de gewenste diepte staan.
(2) Terwijl u de bovenste arm in die positie houdt, draait u de
stopknop totdat deze de ankerplaat raakt.
(3) Controleer de zaagdiepte nogmaals door de zaagkop
van voren naar achteren te bewegen door de volledige
beweging van een typische zaagsnede langs de
controlearm.
OPMERKING
Als de ankerplaat los raakt, kan deze interfereren met het
verhogen en verlagen van de zaagkop. De ankerplaat
dient te worden vastgedraaid in horizontale positie zoals
getoond in Afb. 9-b.
VOOR HET SNIJDEN
1. Positioneren van het tafel-inzetstuk
Op de draaitafel zijn tafel-inzetstukken gemonteerd. Bij
het verlaten van de fabriek zijn de tafel-inzetstukken
zo vastgemaakt dat deze geen contact maken met het
zaagblad. Het braam aan de onderkant van het werkstuk
wordt aanzienlijk verminderd als het tafelinzetstuk
zodanig bevestigd wordt dat de spleet tussen het
zijvlak van het tafel-inzetstuk en het zaagblad minimaal
is. Voordat u het gereedschap gebruikt, verwijder
deze afstand in overeenstemming met de volgende
procedure.
(1) Afzagen in een rechte hoek
Draai de drie 4 mm machineschroeven los, maak
vervolgens het linker tafel-inzetstuk vast en draai tijdelijk
de 4 mm machineschroeven aan beide uiteinden vast.
Bevestig daarna een werkstuk (ongeveer 200 mm breed)
in de klem en zaag het af. Nadat het zaagoppervlak met
de rand van het tafelinzetstuk is uitgelijnd, draait u de
4 mm machineschroeven aan beide uiteinden vast.
Verwijder het werkstuk en draai de middelste 4 mm
machineschroef vast. Stel het rechter tafelinzetstuk op
dezelfde wijze af.
(2) Linker zaaghellingshoek
Stel het tafelinzetstuk af op de manier weergegeven in
Afb. 10-b volgens dezelfde procedure voor afzagen in
een rechte hoek.
LET OP
Nadat het tafel-inzetstuk is afgesteld voor het snijden
van rechte hoeken, zal het tafel-inzetstuk een klein
stukje ingezaagd worden wanneer het voor het zagen
van afschuinhoeken wordt gebruikt.
Indien u een afschuinhoek wilt maken, dient u het tafel-
inzetstuk voor het maken van afschuinhoeken af te
stellen.
2. Gebruik van subgeleider
WAARSCHUWING
De subgeleider moet worden uitgeklapt wanneer er een
afschuinsnede voor een linkse hoek wordt gemaakt. Als
de subgeleider niet wordt uitgeklapt zal er niet genoeg
ruimte zijn voor het zaagblad wat tot ernstig letsel kan
leiden. Bij extreme verstek- of afschuinhoeken kan het
zaagblad ook in contact komen met de geleider.
Dit elektrische gereedschap is uitgerust met een
subgeleider.
In het geval van directe hoek zagen, gebruikt u de
subgeleider. U kunt dan stabiel het materiaal zagen met
een brede achterkant.
Wanneer u een linker hellingshoek zaagt, draait u de
vergrendelingsknop los en schuift u vervolgens de
subgeleider naar buiten, zoals afgebeeld in Afb. 11.
OPMERKING
Bij het transporteren van de zaag, moet u er zeker van
zijn dat de subgeleider in de ingeklapte stand staat en
vergrendel deze.
3. Het werkstuk vastzetten
WAARSCHUWING
Klem altijd om het werkstuk tegen de geleider vast te
zetten; anders kan het werkstuk van de tafel worden
geduwd en lichamelijk letsel veroorzaken.
4. Schuifwagensysteem (Afb. 12)
WAARSCHUWING
Om het risico op letsel te verminderen, zet u sledewagen
volledig naar achter na elke keer afkorten.
Voor het snijden van kleine werkstukken, schuif de
zaagkop volledig naar de achterzijde van het apparaat
en zet de schuifvergrendelknop vast.
75
Nederlands