L2613
Rev. F
VM33, VM33M, VM33L, VM43, VM43M, VM43L HANDBEDIENDE VENTIELEN
Tijdens het diagnosticeren van defecte ventielen is het mogelijk
dat bepaalde symptomen niet alleen in ventielen voorkomen, maar
dat dit vaak gemeenschappelijke symptomen zijn in hydraulische
apparaten. Voordat het stuurventiel wordt gerepareerd moet een
ander VM ventiel op de pomp gemonteerd worden, en dient er
geverifi eerd worden dat het probleem niet bij de pomp ligt.
PROBLEMEN OPLOSSEN:
VOORZICHTIG: Tijdens de montage moeten de
standaard veiligheidsprocedures worden gevolgd, om
de mogelijkheid op letsel tot een minimum te
beperken.
1.
Geen druk kunnen opbouwen, kan het gevolg zijn van
beschadigde afdichtingen op de pomp of van een defecte
onderdelen van een ontlastventiel (items 6, 7, fi guur 7), van
een beschadigde kogel en zitting in de behuizing (items 1,
2, fi guur 8) of van beschadigde of versleten afdichtingen
en schijf (item 16, 18, 84, fi guur 1D). Dit soort problemen is
gewoonlijk een symptoom van verontreinigde hydraulische
olie. Het systeem moet worden afgetapt en opnieuw worden
gevuld met nieuwe hydraulische olie van ENERPAC.
2.
Aanhoudende druklekken die verhoudingsgewijs erger
worden naarmate het drukbereik toeneemt, zijn meestal
het gevolg van lekke pakkingringen, of van beschadigde
schroefdraad zoals NPTF-fi ttingen of -pluggen.
3.
Lekkage van de kogelzitting komt vaak onregelmatig
en periodiek voor, en wordt veroorzaakt door in de
stuurventielzitting vastgeraakte verontreinigende materialen.
Na verloop van tijd, en wanneer er slijtage optreedt, moeten
de zittingen worden vervangen.
4.
Op de buitenoppervlakken waargenomen lekkage rondom
de stang (item 13, fi guur 1D) duidt erop dat de o-ring (item
15) en steunring (item 14) moeten worden vervangen.
5.
Op de buitenoppervlakken waargenomen lekkage rondom de
behuizing van de drukontlastventiel (item 1, fi guur 7) is een
aanwijzing dat de o-ring (item 8) moet worden vervangen.
DEMONTAGE:
1.
Verwijder de 4 inbus-kopschroeven (item 76, fi guur 1C) en
verwijder het stuurventiel van de pomp.
2.
Verwijder de retourslang (item 75) en pakkingring (item 70).
3.
Verwijder de schroef (item 1, fi guur 1D) en ring (item 2) van de
stang (item 13).
4.
Alle modellen, behalve VM33M & VM43M: Verwijder de hendel
(item 3), ---schijf (item 4), kogel (item 5), en veer (item 6).
5.
Enkel modellen VM33M & VM43M: Verwijder de hendeldop
(item 66), hefboom (item 67), en de knop (item 68) als geheel
Verwijder de kogel (item 5) en veer (item 6).
6.
Verwijder de 4 inbus-kopschroeven (item 7) en verwijder de
bovenste stuurventielmontage. (item 44, fi guren 1A & 1B) van
het verdeelstuk (item 27) of borgventielblok (item 45 of 46).
08/07
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN BIJ, EN HERSTELLEN VAN
Reparatieonderdelenblad
VM-33, VM-43, VM-33L, VM-43L
HANDBEDIENDE STUURVENTIELEN
7.
Verwijder de 2 inbus-kopschroeven (item 24, fi guur 1D) en
verwijder de behuizing (item 23) van de stuurventieldop (item
9).
8.
Verwijder de stangmontage en controleer de o-ring (item
15) en steunring (item 14) op schade. Indien noodzakelijk,
vervangen.
9.
Verwijder de o-ring (item 10) en controleer ze op schade zoals
groeven of slijtage. Indien noodzakelijk, vervangen.
10. Verwijder de lager (item 12) en lagerplaat (item 11) en
controleer ze op schade. Indien noodzakelijk, vervangen.
11. Verwijder de afdichtingsset (items 18-20 of 84-86) uit de
boringen in het lichaam.
12. Verwijder de o-ringen (item 20 of 86) en steunringen (item
19 of 85) en controleer ze op schade. Indien noodzakelijk,
vervangen.
13. Verwijder de veren (item 22) en controleer ze op schade
zoals breuken of permanent vastraken. Indien noodzakelijk,
vervangen.
14. De demontage van het verdeelstuk moet alsvolgt worden
uitgevoerd:
15. Draai de borgmoer (item 9, fi guur 7) los en draai de
instelschroef los. (item 2).
16. Gebruik een 7/8" sleutel om de drukontlastventielmontage
te verwijderen (item 58, fi guren 4, 5, 6, en 6A) van de
behuizing.
17. Verwijder de zitting (item 57) van de behuizing.
18. Controleer de zitting op schade, zoals inkepingen of
deuken op de scherpe rand van de binnendiameter. Indien
noodzakelijk, vervangen.
19. Controleer de o-ring (item 8, fi guur 7) op schade, en vervang
hem, indien noodzakelijk.
20. Controleer de kogel (item 7) en geleider (item 6). Indien
noodzakelijk, vervangen.
21. Verwijder de pijppluggen (items 53, 54, 55, fi guren 4, 5, 6,
en 6A) en maak de behuizing schoon. De behuizing op
mogelijke schade controleren.
HERMONTAGE:
Procedure voor de montage van het verdeelstuk
1.
Breng Tefl on-tape op de schroefdraad aan. Installeer de
nieuwe pijpplug (item 53, fi guren 4, 5, 6 & 6A) en haal deze
aan tot 14-16 Nm. Installeer de pijpplug (item 54, 55) en haal
deze aan tot 43-52 Nm.
2.
Installeer de koperen pakkingring (item 56) op de zitting (item
57), zodat de ronde randen van de zitting afgekeerd zijn.
3.
Plaats de zitting op de onderste contraboring in de
stuurventielbehuizing,
Opmerking: zorg ervoor dat de zitting stevig geplaatst en niet
scheef zit.
4.
Smeer de o-ring op het geheel van de drukontlastventiel in,
en steek de ring in de opening in de stuurventielbehuizing.
27
met
de
pakkingring
omlaag.