nl
| 162 | BEA 070 | Productbeschrijving
3.6
LED-status
LED1
Uit
Knippert per seconde afwisselend
oranje en groen
Knippert snel afwisselend oranje
en groen
Knippert snel afwisselend oranje en
groen (Bosch_Emisssie-Analyse-Soft-
ware is niet gestart)
Brandt rood
LED2 (alleen met speciale toebe-
horen accuset)
Uit
Knippert per seconde groen
Knippert per seconde oranje
Knippert per seconde rood
Brandt groen
Brandt oranje
Knippert snel afwisselend groen
Brandt rood
3.7
Omschrijving van de werking
BEA 070 registreert de absorptiecoëfficiënt k [m
het uitlaatgas bij compressie-ontstekingsmotoren (die-
selmotoren). Daarvoor wordt in de metinge, tijdens
de vrije versnelling, een deel van het uitlaatgas uit de
uitlaat van het voertuig via een uitlaatgasafnamesonde
en een afnameslang aan de meetkamer toegevoerd
(zonder aanzuigondersteuning).
Gemeten wordt de opaciteit, waaruit de absorptieco-
efficiënt rekenkundig wordt bepaald.
3.7.1
Begripsverklaringen
De effectieve meetlengte is het lichttraject, welke door
het uitlaatgas wordt doorstroomd. Deze is 215 mm.
De opaciteit [%] en de absorptiecoëfficiënt [m
maten voor de lichthoeveelheid,die door roet, witte
rook en blauwe rook worden afgezwakt (geabsorbeerd).
De massaconcentratie [mg/m
heid deeltjes in mg, die door het dieselvoertuig geba-
seerd op 1 m
uitlaatgas wordt uitgestoten.
3
i
Uitgangspunt voor de omrekening van de absorptie-
coëfficiënt in de massaconcentratie is de door
de British Motor Industry Research Association
(MIRA) opgestelde omrekeningstabel.
|
1 689 989 183
2020-06-24
Status
BEA 070 uit
BEA 070 aan en bedrijfs-
klaar
USB- of Bluetooth-
communicatie met
Bosch-Emissie-Analyse
software
Firmware defect
BEA 070 defect
Status
BEA 070 uit
Accucapaciteit tussen
80% en 100%
Accucapaciteit tussen
10% en 80%
Accucapaciteit minder
dan 10%
Accucapaciteit tussen
80% en 100% (voeding
via adapter of oplaad-
station)
Accucapaciteit minder
dan 80% (voeding via
adapter of oplaadstation)
Onderhoudsmodus
Storing
] van
-1
] zijn
-1
] staat voor de hoeveel-
3
3.7.2
Uitlaatgasafnamesonde
De uitlaatgasafnamesonden zijn zodanig gedimensio-
neerd, dat op alle vormen uitlaten het uitlaatgas kan
worden afgenomen. Dankzij het verstelmechanisme is
een minimale insteekdiepte in de uitlaat van 5 cm ge-
waarborgd.
Dankzij het model is bovendien gewaarborgd, dat een
minimale afstand van 10 mm tot de binnenwand van
de uitlaat wordt aangehouden.
3.7.3
Meetkamer
Voor het meten van de opaciteit zendt een zender
(LED) groen licht uit, die door het uitlaatgas in de
meetkamer gedeeltelijk wordt geabsorbeerd.
Het niet absorberende lichtaandeel komt bij de ont-
vanger (fotodiode) en vormt de optische signalen om
in elektrische informatie.
Roetafzettingen op de optische vensters worden door
luchtgordijnen (langsstromende spoellucht) voorko-
men.
Om watercondensatie op de meetkamerwand te ver-
mijden en om de uitlaatgastemperatuur boven het
dauwpunt te houden is de meetkamer van een verwar-
ming voorzien.
De nulpuntsinstelling wordt automatisch uitgevoerd.
3.7.4
Correct bedrijf
Om een correct bedrijf te waarborgen, wordt de uit-
laatgastemperatuur en de meetkamertemperatuur con-
stant bewaakt.
Bovendien wordt voor elke meetcyclus een nulpuntsin-
regeling uitgevoerd, waarbij ook de vervuilingsgraad
van het optische meettraject wordt gecontroleerd.
Wanneer een van de genoemde parameters zicht bui-
ten de toegestane tolerantie bevindt, is een meting
niet mogelijk.
Robert Bosch GmbH