SNELSTARTGIDS
9.
Indien nodig, druk op de noodknop (N, Figuur 13) voor een machine noodstop.
10.
Druk indien nodig op de knop voor de koplampen (C, Figuur 13) voor donkere
gebieden of om voetgangers te waarschuwen.
11.
Indien nodig stelt u de stoel (K, Figuur 13) in door de hendel rechts van de stoel
te draaien en de stoel vervolgens in de juiste stand te schuiven.
OPMERKING
De borstelmotor, vacuümmotor, aandrijfmotor en
besturingscircuit worden beschermd door
overbelastingsbeveiliging (P, Figuur 13). Wanneer een
overbelastingsbeveiliging afgaat, reset deze dan niet
onmiddellijk zonder de hoofdoorzaak te achterhalen, en
zorg ervoor dat de motor is afgekoeld voordat u deze reset.
De machine stoppen
12.
Laat het gaspedaal los (Q, Figuur 13), de machine stopt.
13.
Druk op de startknop (G, Figuur 13) om borstels en zuigmotor te stoppen. De
borstels en vloerwisser worden automatisch van de vloer getild. Het
vacuümsysteem gaat uit na enkele seconden.
14.
Draai de contactsleutel op "0".
15.
Zorg ervoor dat de machine niet vanzelf kan bewegen.
MACHINEGEBRUIK (SCHROBBEN EN DROGEN)
1.
Start de machine volgens de procedures in de vorige hoofdstukken.
2.
Begin te reinigen door de procedures in het hoofdstuk "Starten van de machine" te volgen.
3.
Indien nodig, stop de machine om de zijwaartse spatborden af te stellen volgens het hoofdstuk "Aanpassing van de balans van de
zijwaartse spatborden".
4.
Indien nodig, stop de machine om de zuigmond af te stellen volgens het hoofdstuk "De zuigrubber uitbalanceren".
OPMERKING
Voor het correct schrobben/drogen van vloeren aan de zijkanten van de wanden. Het is raadzaam om
met de rechterzijde van de machine (Figuur 14) in de buurt van de wanden te komen, zoals in de
figuur is aangegeven.
Figuur 14
222
NEDERLANDS
Figuur 13