11 REPARATIES - RESERVEONDERDELEN
LET OP
12 LOKALISEREN VAN STORINGEN
De onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten door vakmensen uitgevoerd worden.
Alvorens aan de groep te werken moet eerst de stroom uitgeschakeld worden en
gecontroleerd worden of er geen hydraulische onderdelen onder druk staan.
Storing
Oorzaak
1.
1.
Kaart uit
2.
2.
1.
Veelvuldig
starten en
stoppen
2.
3.
1.
VERSCHILL.
SENS.
4.
1.
FOUT
FLASH /
FOUT
FERRORAM
13 BUITEN BEDRIJF STELLEN
De regels en de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn op de afvalverwijdering moeten in
acht genomen worden, dit geldt ook voor het verpakkingsmateriaal.
Voor reparaties moet men zich tot vakmensen wenden en daarbij mogen
alleen originele reserveonderdelen gebruikt worden.
Stroom niet aangesloten.
Zekering in schakelkast
doorgebrand.
Onjuiste programmering.
Onjuiste afstelling van de
drukregelaar of grenzen van de
sensor.
Verschillende sensoren
aangesloten op AI1 en AI2.
Fout door gegevensverlies in
interne geheugens
besturingskaart.
Oplossing
De stroom aansluiten.
De 24 Vac voedingsspanning in de
schakelkast na de transformator van
de hulpcontacten controleren.
De doorgebrande zekering
vervangen.
De start-/stopwaarden
programmeren.
De tijdschakelingen controleren.
De differentiaaldruk of de stopdruk
verhogen.
Controleren of, terwijl er op AI1/AI2
FEEDBACK ingesteld is, de druk-
/peilsensoren die aangesloten zijn op
AI1 en AI2 van hetzelfde type zijn en
of de afgelezen waarden kloppen.
De waarden van de parameters die
met het type installatie
overeenstemmen opnieuw
programmeren.
nl
189