nl
6
GEVOEL.
VOELERS
7
FEEDBACK
Regeling van de gevoeligheid van de voelers
Dit kan geregeld worden door de gevoeligheidswaarde in te stellen. Voor een nieuwe regeling moet
het volgende gedaan worden:
Controleer of het waterpeil de voelers bedekt.
Controleer of de vertraging VERTR. LAAG PEIL op nul ingesteld is.
Verander de gevoeligheidswaarde een beetje totdat de rode led "LAAG PEIL" gaat branden en de
betreffende alarmmelding verschijnt.
Verhoog de numerieke waarde van de gevoeligheid een beetje totdat de rode led "LAAG PEIL"
uitgaat.
6.2.2 START-/STOPGRENZEN VAN DE POMPEN
Opmerking: De parameters GRENZEN kunnen alleen ingesteld worden bij een systeem met een
druk- of peilsensor.
De grenzen moeten ingesteld worden door rekening te houden met de hydraulische prestaties van de
pomp (Q-H curve) en het type installatie.
Fase
Display
0 GRENZEN
1
STOPGRENS P1
2
STARTGRENS P1
3
STOPGRENS P2
4
STARTGRENS P2
5
STOPGRENS P3
6
STARTGRENS P3
172
voelers/vlotterschakelaar/min.
drukregelaar aangesloten op de
daarvoor bestemde klemmen
HIGH (22), LOW (23) en COM
(24).
Regeling van de gevoeligheid van
de voelers op basis van de
geleidbaarheid van het water.
Instelling van het analoge signaal
dat als feedback voor het systeem
gebruikt wordt.
Als er AI2 of A12 geselecteerd is,
wordt bij een defect aan een
sensor automatisch gezorgd voor
feedback door de andere sensor.
Commentaar
Toepassingen met druk- / peilsensor
Stop (OFF) grens (druk/peil) voor
pomp 1
Start (ON) grens (druk/peil) voor pomp
1
Stop (OFF) grens (druk/peil) voor
pomp 2
Start (ON) grens (druk/peil) voor pomp
2
Stop (OFF) grens (druk/peil) voor
pomp 3
Start (ON) grens (druk/peil) voor pomp
3
5-100 kOhm
AI1
AI2
AI1/AI2
Veld
0.. FS
0.. FS
0.. FS
0.. FS
0.. FS
0.. FS
50 kOhm
AI1/AI2
Standaard
+3,50 bar
+2,70 bar
+3,40 bar
+2,60 bar
+3,30 bar
+2,50 bar