3.3
HET ACCUPACK INSTALLEREN
Afbeelding 2
WAARSCHUWING
•
Als het accupack of de lader is beschadigd, dient u
het accupack of de lader te vervangen.
•
Stop het gereedschap en wacht tot de motor stopt
voordat u het accupack installeert of verwijdert.
•
Lees, ken en volg de instructies in de handleiding
van de accu en de lader op.
1. Breng de staafjes op het accupack in één lijn met de
groeven op het accuvak-compartiment.
2. Duw het accupack in het accuvak-compartiment
totdat het accupack op zijn plek vergrendelt.
3. Als u een klik hoort, is het accupack geïnstalleerd.
3.4
HET ACCUPACK VERWIJDEREN
Afbeelding 2
1. Houd de ontgrendelingsknop van het accupack
ingedrukt.
2. Verwijder het accupack uit de machine.
4
GEBRUIK
OPMERKING
Verwijder het accupack en houd uw handen weg van
de vergrendelingsknop als u het gereedschap
verplaatst.
BELANGRIJK
Controleer de kettingspanning vóór elk gebruik.
4.1
CONTROLEER DE
KETTINGSMERING
OPMERKING
Gebruik het gereedschap niet zonder voldoende
kettingsmering.
Afbeelding 1
1. Controleer het smeermiddelniveau van het
gereedschap via de olie-indicator.
2. Voeg indien nodig smeermiddel toe.
4.2
HET GEREEDSCHAP
VASTHOUDEN
Afbeelding 8
1. Houd de kettingzaag met uw rechterhand op het
achterste handvat en de linkerhand op het voorste
handvat vast.
Nederlands
2. Houd de handvatten vast met de duimen en vingers
rondom de handvatten.
3. Zorg dat uw linkerhand het voorste handvat
vasthoudt en uw duim zich onder het handvat
bevindt.
4.3
DE MACHINE STARTEN
Afbeelding 1
1. Druk de vergrendelingsknop.
2. Druk op de knop terwijl u de vergrendelingsknop
ingedrukt houdt.
3. Laat de vergrendelingsknop los.
4.4
DE MACHINE STOPPEN
Afbeelding 1.
1. Laat de schakelaar los op de machine te stoppen.
4.5
EEN BOOM VELLEN
Afbeelding 9-10.
Wij raden aan dat een gebruiker die de zaag voor het
eerst gebruikt, stammen op een zaagbok of normale
bok zaagt.
Voordat u een boom velt, zorg dat
•
De minimum afstand tussen de verzaag- en
velzones bedraagt twee keer de lengte van de
boom.
•
De bediening mag niet leiden tot
•
Letsel aan personen.
•
Het raken van nutsleidingen. Als de boom
nutsleidingen raakt, neem onmiddellijk contact
op met het nutsbedrijf.
•
Veroorzaakt materiële schade.
•
De gebruiker bevindt zich niet in het gevaarlijke
gebied, zoals bijvoorbeeld op een helling on de
boom.
•
De ontsnappingsroutes die zich naar achteren en
diagonaal achter de velrichting bevinden zijn vrij van
obstakels. De velrichting wordt bepaald door
•
De natuurlijke groeirichting van de boom.
•
De locatie van grotere takken.
•
De windrichting.
•
Zorg dat er zich geen vuil, steen, losse schors,
nagels of nietjes op de boom bevinden.
1. Maak een lage horizontale inkeping. Zorg dat deze
zaagsnede
a) 1/3 breed van de diameter van de boom is.
b) Loodrecht op de velrichting.
55
NL