nl
NEDERLANDS
- Door een adequate vormgeving van de werkplek,
bijv. door werkstukken op een geluiddempende
ondergrond te leggen, kan het geluidsniveau ook
worden verminderd.
- Gebruik gehoorbeschermende voorzieningen
volgens de aanwijzingen van uw werkgever of
zoals vereist in de voorschriften voor de veiligheid
op het werk en ter bescherming van uw gezond-
heid.
- Het persluchtgereedschap dient te worden
bediend en onderhouden volgens de aanbeve-
lingen in deze gebruiksaanwijzing, om een onno-
dige verhoging van het geluidsniveau te voor-
komen.
- Het verbruiksmateriaal en inzetgereedschap moet
volgens de aanbevelingen van deze gebruiks-
handleiding worden gekozen, onderhouden en
vervangen om een onnodige verhoging van het
geluidsniveau te voorkomen.
- De geïntegreerde geluidsdemper mag niet
worden verwijderd en moet zich in een goede
werktoestand bevinden.
4.6
Extra veiligheidsvoorschriften
- Perslucht kan leiden tot ernstig letsel.
- Wanneer het persluchtgereedschap niet in
gebruik is, is het altijd vereist om de luchttoevoer
af te sluiten, de luchtslang drukloos te maken en
het persluchtgereedschap te scheiden van de
persluchttoevoer, voordat toebehoren worden
vervangen of reparaties worden uitgevoerd.
- Richt de luchtstroom nooit op uzelf of op andere
personen.
- Rondslaande slangen kunnen tot ernstig letsel
leiden. Controleer daarom altijd of de slangen en
het bevestigingsmateriaal beschadigd of losge-
raakt zijn.
- Bij universele draaikoppelingen (klauwkoppe-
lingen) dient u gebruik te maken van arrêteer-
pennen en Whipcheck-slangbeveiligingen om
bescherming te bieden voor het geval dat een
verbinding van de slang met het persluchtgereed-
schap of tussen slangen defect raakt.
- Zorg ervoor dat de op het persluchtgereedschap
aangegeven maximale druk niet wordt over-
schreden.
- Draag persluchtgereedschap nooit bij de slang.
- Houd de vinger van de trekker als het apparaat
niet wordt gebruikt en als u zich van de ene
werkpositie naar de andere beweegt.
- Trek nooit aan de slang van een met perslucht
aangedreven apparaat.
- Het gebruik van zuurstof of ontvlambare gassen
voor het gebruik van met perslucht aangedreven
apparatuur is niet toegestaan en veroorzaakt
brand- en explosiegevaar.
- Weer voorzichtig tijdens het gebruik van met
perslucht aangedreven apparatuur, omdat het
apparaat koud kan worden, wat de grip en
controle beïnvloed.
4.7
Overige veiligheidsvoorschriften
- Neem de eventueel speciale bedrijfsveiligheids-
of ongevalpreventievoorschriften voor de omgang
met compressoren en persluchtgereedschap in
acht.
28
- Zorg ervoor dat de in de Technische gegevens
aangegeven maximaal toelaatbare werkdruk niet
wordt overschreden.
- Zorg dat u het gereedschap niet overbelast –
gebruik het alleen binnen het vermogensbereik
dat in de Technische gegevens vermeld wordt.
- Gebruik geen twijfelachtige smeermiddelen. Zorg
voor voldoende ventilatie van de werkplek. Bij
verhoogde uittreding: persluchtgereedschap
controleren en eventueel laten repareren.
- Gebruik dit gereedschap niet wanneer u niet
geconcentreerd bent. Wees alert, let goed op wat
u doet en ga bij het gebruik van het persluchtge-
reedschap met verstand te werk. Gebruik geen
gereedschap wanneer u moe bent of onder
invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen.
Een moment van onoplettendheid bij het gebruik
van gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
- Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan
tot ongevallen leiden.
- Persluchtgereedschap voor kinderen beveiligen.
- Het gereedschap mag niet worden opgeborgen in
de open lucht of in een vochtige omgeving.
- Bescherm het persluchtgereedschap, met name
de persluchtaansluiting en bedieningselementen,
tegen stof en vuil.
- Indrijfapparaten met contactactivering (zie Tech-
nische gegevens) worden aangeduid met het
pictogram "Niet gebruiken op stijgers of ladders"
en mogen voor bepaalde toepassingen niet
worden gebruikt, bijv..: - Wanneer het omwisselen
van de ene werkplek naar de andere plaatsvindt
via stellingen, trappen, ladders of ladderachtige
constructies, zoals daklatten. -Voor het sluiten
van dozen en kratten. - Bij het aanbrengen van
transportbeveiligingen, bijv. op
voertuigen en wagons.
Indrijfapparaten met contactactivering
(zie technische gegevens) mogen voor
bepaalde toepassingen niet worden
gebruikt, bijv.: - Wanneer het
omwisselen van de ene werkplek naar
de andere plaatsvindt via stellingen,
trappen, ladders of ladderachtige
constructies, zoals daklatten. -Het
sluiten van dozen, kisten of kratten en de montage
van transportbeveiligingssystemen op
aanhangwagens en vrachtwagens.
-De vinger niet op de trekker laten als het
apparaat wordt opgepakt, tussen de
werkbereiken en posities wordt gewisseld en
tijdens het wandelen, omdat een vinger die op
de trekker rust een ongewenste activering kan
veroorzaken. Bij apparaten met een
omschakelbare trekker moet altijd worden
gecontroleerd dat het apparaat voor gebruik in
de juiste modus staat.
-Dit apparaat heeft geen omschakelbare
trekker voor het activeren of continue
contactactivering via een keuzesysteem of is
een contactactivator of continu contact-
activeringsapparaat en werd met de
bovengenoemde pictogrammen gemarkeerd.
Zijn gebruiksdoel zijn productietoepassingen
zoals pallets, meubelen, kant-en-klare huizen,
bekledingen en bekistingen.