Zelfbescherming en bescherming
van andere personen
▸
Elektrische schokken kunnen tot de dood of ern-
stige letsel leiden en kunnen een gevaar vormen
voor de werking van objecten (bijv. beschadi-
ging van het apparaat).
▸
Zorg dat de meetleidingen en het apparaat in
goede toestand zijn.
▸
Controleer het apparaat aan een spannings-
bron tot max. 50 V/AC of 120 V/DC.
• Valt hierbij de weergave van een of meerdere
functies uit, mag het apparaat niet meer wor-
den gebruikt en moet het door een vakperso-
neel worden gecontroleerd.
▸
Het apparaat uitsluitend aan de handgrepen
vastpakken, voorkom contact met de meet-
punten.
Veiligheid op de werkplek
▸
Voorkom het gebruik van het apparaat in de
buurt van elektrische lasapparaten, inductie-
verwarmingen en andere elektromagnetische
velden.
▸
Na een plotselinge temperatuurverandering
moet het apparaat voor gebruik ter stabilisatie
ca. 30 minuten aan de omgevingstemperatuur
worden aangepast, om de IR-sensor te stabili-
seren.
▸
Het apparaat nooit langdurig aan hoge tempe-
raturen blootstellen.
▸
Mijd stoffige en vochtige omgevingscondities.
▸
In industriële omgevingen moeten de ongeval-
preventievoorschriften van de beroepsvereni-
gingen voor elektrische installaties en bedrijfs-
middelen worden opgevolgd.
60
Veiligheidsaanwijzingen
Algemene veiligheidsaanwijzingen
▸
Vóór het in gebruik nemen en na transport
altijd een visuele controle van het apparaat
op beschadigingen uitvoeren. Laat eventuele
beschadigingen vóór het in gebruik nemen door
opgeleid servicepersoneel repareren.
▸
Het apparaat mag niet worden gebruikt in een
natte of vochtige omgeving.
▸
Nooit met open batterijvak gebruiken!
▸
De meetleidingen moeten tijdens het vervangen
van de batterijen worden losgekoppeld van het
meetcircuit.
▸
Wordt het apparaat langere tijd niet gebruikt,
verwijder dan de batterijen, om het apparaat te
beschermen tegen beschadigingen.
▸
Meetapparaten en toebehoren zijn geen speel-
goed en horen niet in kinderhanden!
▸
Gebruik uitsluitend de meegeleverde veiligheid-
smeetleidingen of vergelijkbare meetleidingen.
▸
Het testapparaat mag uitsluitend worden ge-
bruikt binnen de gespecificeerde meetbereiken.
▸
Het apparaat mag alleen worden gebruikt aan
spanningen tot 50 V/AC en 120 V/DC.
▸
Gebruik het apparaat alleen voor metingen
aan hoogspanningssystemen van elektrische of
hybride voertuigen.
▸
Gebruik het apparaat niet voor metingen aan
huisinstallaties.
▸
Gebruik alleen origineel Würth-toebe-
horen en originele Würth-reserveon-
derdelen.