BEG - book.book Seite 29 Mittwoch, 8. Februar 2006 9:31 09
Eerste ingebruikneming
Eerst moet het apparaat worden ontlucht:
1. De adapter 1 niet op het voertuig monteren, maar
alleen aan de vulslang koppelen en boven een op-
vangbak houden.
2. Zet de afsluiter 2 in stand «OPEN».
3. Schakel het apparaat in (7 op stand «ON»), druk
de starttoets 5 in en houd deze vast.
4. Houd de adapter boven de opvangbak tot de rem-
vloeistof zonder bellen naar buiten komt.
5. Koppel de adapter los terwijl de pomp loopt en
schakel het apparaat uit (7 in stand «OFF»).
6. Het apparaat is nu gereed voor gebruik, ook als de
manometer 3 tot 0 bar daalt. Er zijn aan de druk-
zijde van het apparaat geen bellen.
Adapter monteren
Schroef
de
meegeleverde
0714 55 301) op de schroefdraad (D 43 mm) van de
remvloeistoftank.
Resp. monteer de passende adapter (zie lijst met adap-
ters) volgens de handleiding op de remvloeistoftank.
Met de adapters
en
kunt u werken met ca. 95% van alle voertuigtypen.
Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt meegele-
verd.
Aanwijzingen voor het gebruik
De veiligheidsvoorschriften in het gedeelte "Voor uw
veiligheid" moeten strikt in acht worden genomen.
Lees voor het begin van de werkzaamheden de voor-
schriften van de fabrikant van het voertuig over de
maximale vuldruk en de bijzondere werkvoorschrif-
ten.
In de fabriek is de drukregelaar 4 op een werkdruk van
2 bar ingesteld. Daardoor is gewaarborgd dat de com-
pensatietank niet wordt vervormd en daardoor geen
lekkages van de secundaire manchet optreden. Het ont-
luchten resp. vervangen van de remvloeistof met een la-
gere of hogere werkdruk kan zonder problemen wor-
den ingesteld.
Werkstappen:
1. Koppel de vulslang 1 aan de reeds gemonteerde
2. Afsluiter 2 in stand «OPEN».
adapter
(art. nr.
3. Schakelaar 7 in stand «ON».
4. Druk de starttoets 5 in en houd deze ca. 5 Sec. vast.
5. De pomp bouwt de bedrijfsdruk op (max. 3,5 bar).
Ontluchting
6. Ontlucht achtereenvolgens de remmen, te beginnen
art.nr. 0714 55 301
art.nr. 0714 55 302
7. Schakel het apparaat vervolgens het apparaat uit
8. Nu kan de drukloze vulslang 1 van de adapter
adapter.
Deze kan met de drukregelaar 4 door draaien op
de gewenste bedrijfsdruk (advies: 2 bar) worden
ingesteld.
rechts achter en eindigend met de rem links voor.
Open daarvoor de kraan van de desbetreffende
wielremcilinder. Vang de oude remvloeistof op met
de opvangfles. Zodra de nieuwe remvloeistof zon-
der bellen uit het aftapboorgat komt, kan de kraan
weer worden gesloten.
(Schakelaar 7 in stand «OFF»).
worden losgekoppeld (geen druk, geen verspuiten).
29