Foutopsporing
Onderstaande lijst kan u helpen eventuele problemen tijdens het gebruik op te lossen. Controleer, voor het raadplegen van de lijst, of het apparaat goed
is aangesloten en volg de instructies in de gebruikershandleiding. Gebruik het apparaat niet onder ongewone omstandigheden, als er bijvoorbeeld geen
geluid uitkomt, of u rook of een vreemde geur waarneemt. Dit kan brandgevaar of een risico van elektrische schok betekenen. Schakel het apparaat
onmiddellijk uit en breng het terug naar de winkel waar u het gekocht heeft.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Algemeen
De autoradio gaat
Contact van de wagen is niet aan. Kabel is niet
niet aan.
correct aangesloten. Zekering is doorgebrand.
Geen geluid
Het volume staat op het minimum of de mute-
functie is actief.
De autoradio of het
Het systeem is onstabiel.
scherm werkt niet
naar behoren.
TUNER-modus
Kan geen zenders
De antenne is niet correct aangesloten.
ontvangen.
Slechte ontvangst
De antenne is niet volledig uitgeschoven of defect. Schuif de antenne helemaal uit en indien defect, vervang deze door een
van radiozender.
Vooringestelde
De accukabel is niet correct aangesloten.
zenders kwijt.
USB
Kan geen USB-
De geheugenkaart of het USB-apparaat is
apparaat insteken.
omgekeerd ingestoken. Plaats deze andersom.
Het USB-apparaat of
NTFS-formaat wordt niet ondersteund.
de kan niet gelezen
worden.
Oplossing
Draai uw autosleutel in het contact. Controleer kabelaansluiting. Vervang
zekering met een nieuwe zekering met dezelfde capaciteit.
Controleer het volume of schakel de mute-functie uit.
Sluit de antenne juist aan.
nieuwe.
Verbind de permanente stroomaansluiting van de autoradio met de permanente
stroomaansluiting van het voertuig.
Plaats deze andersom.
Controleer of het bestandssysteem in FAT of FAT32-formaat is. Verschillen in
formaat,kunnen de oorzaak zijn dat sommige modellen van opslagapparaten of
MP3-spelers niet gelezen worden.
NL-9