4. VOLG DEZE STAPPEN WANNEER U DE BOOSTER OP EEN ACCU AANSLUIT
EEN VONK BIJ DE ACCU KAN EEN ONTPLOFFING VAN DE ACCU VEROORZAKEN. DOE HET
WAARSCHUWING
VOLGENDE OM HET RISICO OP EEN VONK BIJ DE ACCU TE VERMINDEREN:
4.1 Bevestig de uitgangskabels aan de accu en het chassis zoals hieronder aangegeven. Zorg dat
de uitgangsklemmen elkaar nooit raken.
4.2 Plaats de DC-kabels zodanig dat het risico op beschadiging door de motorkap, het portier
en bewegende of hete motoronderdelen wordt verminderd. OPMERKING: Als het nodig is om de motorkap
tijdens het starten met startkabels te sluiten, zorg dan dat de motorkap het metalen deel van de accuklemmen
niet raakt en de isolatie van de kabels niet doorsnijdt.
4.3 Blijf uit de buurt van ventilatorbladen, riemen, riemschijven en andere onderdelen die letsel kunnen veroorzaken.
4.4 Bepaal welke accupool geaard (verbonden) is aan het chassis. Als de minpool geaard is aan het chassis
(zoals in de meeste voertuigen), zie dan stap 4.5. Als de pluspool geaard is aan het chassis, zie dan stap 4.6.
4.5 Bij een negatief geaard voertuig de PLUSKLEM (ROOD) van de booster verbinden met de niet-geaarde PLUSPOOL
(POS, P, +) van de accu. De MINKLEM (ZWART) met het voertuigchassis of het motorblok verbinden, uit de buurt
van de accu. De klem niet verbinden met de carburateur, brandstofleidingen of bladmetalen onderdelen van de
carrosserie. Sluit hem aan op een zwaar metalen deel van het chassis of het motorblok.
4.6 Bij een positief geaard voertuig de MINKLEM (ZWART) van de booster verbinden met de niet-geaarde
MINPOOL (NEG, N, -) van de accu. De PLUSKLEM (ROOD) verbinden met het voertuigchassis of motorblok,
uit de buurt van de accu. De klem niet verbinden met de carburateur, brandstofleidingen of bladmetalen
onderdelen van de carrosserie. Sluit hem aan op een zwaar metalen deel van het chassis of het motorblok.
4.7 Bij het loskoppelen van de booster de klem van het voertuigchassis afnemen, en dan de klem van de accupool
afnemen, in die volgorde.
5. ELEMENTEN
2
1
6. DE INTERNE ACCU VAN DE BOOSTER OPLADEN
BELANGRIJK: ONMIDDELLIJK NA AANKOOP, TELKENS NA GEBRUIK EN OM DE 30 DAGEN OPLADEN
OM DE INTERNE ACCU VAN DE BOOSTER VOLLEDIG OPGELADEN TE HOUDEN. NOOIT WACHTEN
TOTDAT DE BOOSTER VOLLEDIG ONTLADEN IS VOORDAT U HEM OPNIEUW OPLAADT.
BELANGRIJK
6.1 LED-lampjes
OM DE OPLAADSTATUS VAN DE INTERNE ACCU TE CONTROLEREN, EERST CONTROLEREN OF DE
WANDOPLADER NIET OP DE BOOSTER IS AANGESLOTEN, DAN OP DE ACCUSTATUSKNOP OP DE
VOORKANT VAN DE BOOSTER DRUKKEN.
De lampjes geven het ladingniveau als volgt aan:
• Een rood lampje betekent dat de lading 50% of minder is; de booster moet onmiddellijk worden opgeladen.
• Een geel lampje betekent dat de lading 50 tot 75% is. De booster kan worden gebruikt, maar moet zo snel
mogelijk worden opgeladen.
• Een groen lampje betekent dat de interne accu volledig is opgeladen.
• Het lampje OPLADEN (rood) betekent dat de booster wordt opgeladen (aangesloten is op een AC
voedingsbron). Wanneer hij volledig is opgeladen, gaat het lampje OPGELADEN (groen) branden.
3
4
5
De schakelaar moet in de stand UIT staan terwijl de status wordt gecontroleerd en het
apparaat wordt opgeladen.
6
1. Duurzame polypropyleen behuizing
2. 12 volt gelijkstroomcontact
7
3. Oplaadstatuslampjes
4. Statuslampjes interne accu
5. AAN/UIT-schakelaar
8
6. Klemhouder
7. Schakelaar status interne accu
8. Zwaar uitgevoerde accuklemmen
9
9. AGM-accu, professionele kwaliteit,
hoog uitgangsvermogen
• 47 •