Husqvarna ROYAL 50S Manual Del Operador página 35

Gras maaien
1. Let op, dat u altijd de
juiste maaipositie (N1)
gebruikt.
2. Begin het gazon altijd
vanaf de buitenrand te
maaien, en maai in
stroken telkens in
tegengestelde richting
(N2).
3. Maai het gras in het
maaiseizoen tweemaal
per week. Het is niet
goed voor het gras als er
in één keer meer dan
eenderde van de lengte
wordt afgesneden. Dit
kan tevens leiden tot een
verslechtering van het
verzamelen van het gras.
Let op: Zorg, dat u de maaimachine niet
overbelast. Als u lang, dik gras maait, kunt u
overbelasting van de motor verminderen en
risico op beschadiging van uw machine
vermijden door de snijhoogte in te stellen op de
hoogste stand - zie Snijhoogte.
De maaihoogte instellen
1. De maaihoogte wordt
ingesteld door de afstel-
hendel van de
locatiesleuven weg te
trekken en in de
gewenste positie te
zetten (N3).
Indicator voor
grasopvangbak
1. Uw maaimachine is
uitgerust met een
indicator, die aangeeft
wanneer de
grasopvangbak vol is
(N4).
2. Als de indicator boven in
de buis zit, betekent dit
dat het gras wordt
verzameld in de bak.
3. Als de indicator begint te
dalen, wordt het tijd om
de opvangbak te legen.
Zet de machine stil en
laat de motor 10
seconden lopen. Laat de
OPC-hendel of de BBC-
arm los, en verwijder de
opvangbak zodat deze
kan worden geleegd (N5).
GEBRUIK - GRAS MAAIEN
N1
N2
N3
N4
N5
De grasopvangbak legen
1. Maak het veerslot van de
opvangbak los (N6).
2. Maak de opvangzak los
uit het frame van de
opvangbak (N7).
3. Leeg de opvangzak (N8).
N7
Gebruiken als mulcher
1. Uw maaimachine is
uitgerust met een
afsluitstop (N9), die
gebruikt kan worden om
het gazon te mulchen.
2. Zet uw maaimachine uit,
zoals beschreven in
Gebruik - aan- en
afzetten, en ontkoppel de
bougiekabel.
3. Licht de beveiligingsklep
op. Schuif de afsluitstop
met een draaiende
beweging in de
achterkant van de
afvoergoot (N10).
4. Controleer, of de
afsluitstop goed vast zit
(N11).
5. De afsluitstop blokkeert
de verzamelgoot aan de
onderkant van het dek
(N12), zodat het
afgesneden gras niet
meer wordt opgeraapt.
6. Controleer, of de
beveiligingsklep juist is
geplaatst (N13).
N12
N6
N8
N9
N10
N11
N13
6 -NEDERLANDS