Nederlands; Probleemoplossing; Specificaties - optrel vegaview 2.5 Guia De Inicio Rapido

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 16

Nederlands

Inleiding
Een lashelm is een hoofddeksel dat wordt gebruikt om de ogen, het gezicht en de hals bij bepaalde
laswerkzaamheden te beschermen tegen risico's zoals verbranding, ultraviolet licht, vonken, infrarood licht en
hitte. De helm bestaat uit verscheidene onderdelen (zie lijst met reserveonderdelen). Een automatisch lasfilter
is een combinatie van een passief UV-filter, een passief IR-filter en een actief filter, met een lichttransmissie die
varieert binnen het zichtbare gebied van het spectrum, afhankelijk van de stralingssterkte van de lasboog. De
lichttransmissie van het automatische lasfilter heeft aanvankelijk een hoge waarde (lichttoestand). Na ontsteken
van de lasboog en binnen een bepaalde omschakeltijd gaat de lichttransmissie van het filter naar een lage waarde
(donkertoestand). Afhankelijk van het model kan de helm worden gecombineerd met een veiligheidshelm en/of
een PAPR-systeem (Powered Air Purifying Respirator, luchtzuiverend ademhalingstoestel).
Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de helm in gebruik neemt. Controleer de correcte montage van de voorzetruit.
Als storingen niet verholpen kunnen worden, dan mag de verduisteringscassette niet meer gebruikt worden.
Voorzorgsmaatregelen & beschermingsbeperkingen / Risico's
Tijdens het lassen komen warmte en straling vrij, die tot oog- en huidletsel kunnen leiden. Dit product biedt
bescherming voor de ogen en het gezicht. Uw ogen zijn tijdens het dragen van de helm, ongeacht de gekozen
beschermingsinstelling, altijd beschermd tegen ultraviolette en infrarode straling. Om de rest van het lichaam
te beschermen moet de daarvoor bestemde kleding gedragen worden. Deeltjes en stoffen, die door het lassen
vrijkomen, kunnen onder bepaalde omstandigheden bij daarvoor gevoelige personen allergische huidreacties
veroorzaken. Materialen die in contact komen met de huid kunnen een allergische reactie verzoorzaken bij
overgevoelige. De lasbeschermhelm mag alleen bij het lassen en slijpen en niet voor andere toepassingen
gebruikt worden. De producent aanvaardt geen aansprakelijkheid indien de lashelm wordt gebruikt voor andere
doeleinden dan het gespecificeerde of indien de gebruiksinstructies niet worden nageleefd. De helm is geschikt
voor alle gangbare laswerkzaamheden, uitgezonderd gas- en laserlassen. Houd u aan de aanbevolen
beschermingsinstellingen volgens EN169 op de omslag. De helm vormt geen vervanging voor een veiligheidshelm.
Afhankelijk van het model kan de helm worden gecombineerd met een veiligheidshelm.
De helm kan op grond van de constructie het gezichtsveld beperken (geen zicht naar de zijkanten zonder het
hoofd te draaien) en kan de kleurwaarneming beïnvloeden vanwege de lichttransmissie van het automatische
lasfilter. Hierdoor kunnen eventueel signaallampjes of waarschuwingslichten over het hoofd worden gezien.
Daarnaast is er een risico op stoten vanwege de grotere omvang (hoofd met helm erop). De helm reduceert
tevens de waarneming van geluid en hitte.
Slaapmodus
De verduisteringscassette heeft een automatische uitschakelfunctie, die de levensduur van de batterij verlengt.
Als er gedurende 10 minuten minder dan 1 lux licht op de cartridge valt, zal hij automatisch uitgeschakeld worden.
Om de cassette opnieuw in te schakelen moeten de zonnecellen kort in het daglicht gehouden worden. Wanneer de
verduisteringscassette niet meer geactiveerd kan worden, of bij het ontsteken van de lasboog niet meer verduistert,
dan moeten de batterijen vervangen worden.
Garantie & aansprakelijkheid
Raadpleeg voor de garantiebepalingen de instructies van de landelijke distributeur van de producent. Neem
voor meer informatie hierover contact op met uw officiële dealer. De garantie dekt uitsluitend materiaal- en
fabricagefouten. In geval van schade die het gevolg is van verkeerd gebruik, ongeoorloofde handelingen of niet
door de fabrikant voorziene toepassing, vervallen garantie en aansprakelijkheid. De garantie en aansprakelijkheid
komen tevens te vervallen als gebruik wordt gemaakt van reserveonderdelen die niet door de producent worden
verkocht.
Verwachte levensduur
Voor de lashelm geldt geen vervaldatum. Het product kan worden gebruikt zolang er geen zichtbare of
onzichtbare beschadigingen of functionele storingen optreden.
Gebruik (Quick Start Guide)
1. Hoofdband. Pas de bovenste verstelbare band (p. 4) aan de grootte van uw hoofd aan. Ratelknop (p. 4)
indrukken en draaien tot de hoofdband goed maar zonder druk aanligt.
2. Oogafstand en helmhelling. Door het loszetten van de van de blokkeerknoppen (p. 4-5) wordt de afstand
tussen de cassette en de ogen ingesteld. Beide zijden tegelijk instellen en niet scheef zetten. Vervolgens de
blokkeerknoppen weer vastzetten. De helmhelling kan met de draaiknop (p. 5) aangepast worden.
4. Beschermingsfactor. De donkerheidsgradatie kan worden veranderd door de knop van donkerheidsgradatie
SL 8 - SL 12 te draaien conform norm ΕΝ 379,
5. Slijpmodus. Door indrukken van de beschermingsfactorknop (p. 6) wordt de verduisteringscassette in
de slijpmodus omgezet. In deze modus is de cassette uitgeschakeld en blijft deze in de lichte stand. De
ingeschakelde slijpmodus is herkenbaar aan de rood knipperende LED (p. 6) aan de binnenkant van de helm.
Voor het uitschakelen van de slijpmodus opnieuw de beschermingsfactorknop indrukken. Na 10 minuten
wordt de slijpmodus automatisch teruggezet.
6. Gevoeligheid. Met de gevoeligheidsknop wordt de lichtgevoeligheid aangepast volgens de lasboog en het
omgevingslicht (p.7). De middelste positie komt overeen met de aanbevolen gevoeligheid in een standaard
situatie. In de "Super High" –stand kan de maximale lichtgevoeligheid worden bereikt.
7. Sensorschuif. De sensorschuif kan op twee verschillende posities gezet worden. Naargelang de positie
wordt de herkenningshoek van het omgevingslicht verminderd (p. 7) of vergroot (p. 7), d.w.z. de cassette
reageert sterker of minder sterk op lichtbronnen in de omgeving.
8. Openingsschakelaar. Met de openingsschakelaar (Delay) (p. 7) kan een openingsvertraging van donker
naar licht worden geselecteerd. Met de knop is een traploze verstelling van donker naar licht van 0,05 tot 1,0
sec. mogelijk.
Reiniging en desinfectie
De verduisteringscassette en de voorzetruit moeten regelmatig met een zachte doek schoongemaakt worden. Er
mogen geen reinigingsmiddelen, oplosmiddelen, alcohol of schurende schoonmaakmiddelen gebruikt worden.
Vervang gekraste of beschadigde lenzen.
Opbergen
De lashelm moet op een droge plaats bij kamertemperatuur worden opgeborgen. Opslag in de originele verpakking
zal de levensduur van de batterijen ten goede komen.
Voorzetruit vervangen (p. 8-9)
Door het indrukken van een klem aan de zijkant komt de voorzetruit vrij en kan deze verwijderd worden. Nieuwe
voorzetruit in een klem aan de zijkant inhangen. Voorzetruit in de tweede klem aan de zijkant opspannen en
vastklikken. Bij deze handeling is enige druk vereist, zodat de afdichting op de voorzetruit de gewenste werking
heeft.
Batterijen vervangen (p. 5)
De verduisteringscassette heeft verwisselbare lithium-knoopcelbatterijen type CR2032. Wanneer
u een lashelm met verseluchtaansluiting gebruikt, moet u voor het verwisselen van de batterijen de
gezichtsafdichting verwijderen. Wanneer de LED op het patroon groen knippert zijn de batterijen aan
vervanging toe.
1. Batterijdeksel zorgvuldig verwijderen
2. Batterijen verwijderen en in overeenstemming met de nationale voorschriften voor chemisch afval
behandelen
3. Batterijen type CR2032 zoals afgebeeld plaatsen
4. Batterijdeksel zorgvuldig monteren
Indien het tintpatroon niet verdonkert bij een lasboog, controleer dan of de polariteit van de batterijtjes
correct is. Om te controleren of ze nog voldoende energie leveren, houd het patroon tegen een sterke lamp.
Als de groen LED knippert, duidt dit op te lage batterijen en moeten ze onmiddellijk worden vervangen.
Indien het patroon niet correct werkt ondanks nieuwe batterijen, werkt het patroon niet meer en moet het
eveneens worden vervangen.
Verduisteringscassette uit-/inbouwen (p. 8)
1. Beschermingsfactorknop uittrekken
2. Batterijdeksel zorgvuldig verwijderen
3. Cassettebevestigingsveer zoals afgebeeld losmaken
4. Cassette voorzichtig naar buiten kantelen
5. Satelliet zoals afgebeeld losmaken
6. Satelliet door uitsparing in de helm naar buiten trekken
7. Satelliet 90° draaien en door helmgat schuiven
8. Verwijder / vervang de schaduw cartridge
Het inbouwen van de verduisteringscassette gebeurt in omgekeerde volgorde.

Probleemoplossing

Verduisteringscassette wordt niet donkerder
→ Gevoeligheid aanpassen
→ Sensoren of voorzetruit schoonmaken
→ Lichtinval op sensor controleren
→ Batterijen vervangen
Beschermingsfactor te licht
→ Handmatige modus kiezen
→ Voorzetruit verwisselen
Beschermingsfactor te donker
→ Handmatige modus kiezen
Verduisteringscassette flakkert
→ Pas de positie van de uitstelknop aan aan de lasprocedure.
→ Batterijen vervangen
Slecht zicht
→ Voorzetruit of filter schoonmaken
→ Omgevingslicht versterken
Lashelm verschuift
→ Hoofdband opnieuw aanpassen / vastzetten

Specificaties

(technische wijzigingen voorbehouden)
Beschermingsfactor
UV/IR bescherming
Omschakeltijd van licht naar donker
Omschakeltijd van donker naar licht
Afmetingen verduisteringscassette
Afmetingen gezichtsveld
Voeding
Gewicht
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Classificering volgens EN379
Goedkeuringen
Aanvullende markeringen voor PAPR-versie
(aangemelde instantie CE1024)
Reservedelen (zie omslag)
-Helm zonder cassette (SP01)
-Verduisteringscassette incl. satelliet (SP02)
-Voorzetruit (SP03)
-Reparatieset 2 (SP04)
-Binnenste beschermruit (SP05)
Zie voor meer informatie over het artikelnummer het binnenomslag van deze handleiding (voorlaatste
pagina).
Verklaring van overeenstemming
Zie internetadres op laatste pagina.
Wettelijke informatie
18
Dit document voldoet aan de eisen van EU-verordening 2016/425 punt 1.4 van Bijlage II.
Aangemelde instantie
Zie laatste pagina voor gedetailleerde informatie.
→ Sensorschuifpositie veranderen
→ Slijpmodus uitschakelen
→ Handmatige modus kiezen
→ In de automatische modus in op +1 of +2 vragen
→ In de automatische modus in op -1 of -2 vragen
→ Beschermingsfactor aan laswerkzaamheden aanpassen
SL2.5 (lichte stand)
SL8 – SL12 (donkere stand)
Maximale bescherming in lichte en donkere stand
100 μs (23 °C / 73 °F) 70 μs (55 °C / 131 °F)
0,05 - 1.0s
90 x 110 x 7 mm / 3,55 x4,33 x 0,28"
50 x 100 mm / 1,97 x 3,94"
Zonnecellen, 2 stk. Li-batterijen 3 V verwisselbaar (CR2032)
Non PAPR: 489g / 17.25 oz
PAPR: 689g / 24.3038 oz
-10 °C – 70 °C / 14 °F – 157 °F
-20 °C – 80 °C / -4 °F – 176 °F
Optische klasse = 1
Strooilicht = 1
Homogeniteit = 1
Kijkhoekafhankelijkheid = 2
CE, ANSI, EAC, compliance with CSA, KCS
EN12941 (TH3 in combinatie met e3000/e3000X , TH2
voor versies met veiligheidshelm en e3000/e3000X )
EN 14594 Class 3B
-Reparatieset 1 (Potentiometerknop,
Gevoeligheidsknop, Batterijdeksel) (SP06)
-Hoofdband met bevestigingsarmaturen (SP07)
-Voorhoofdzweetband (SP08 / SP09)
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Vegaview 2/5

Tabla de contenido