Systeemcomponenten aansluiten
Beschadiging voorkomen
WAARSCHUWING
•
Gebruik luidsprekers van meer dan 50 W
(uitgangsvermogen) en tussen 4
(impedantiewaarde). Gebruik geen
luidsprekers tussen 1
toestel.
•
De zwarte draad is de aardverbinding.
Deze draad dient afzonderlijk te worden
geaard van de aarding van producten
met een hoog stroomverbruik, zoals
eindversterkers. Zorg ervoor dat er niet
meer dan één product samen wordt
geaard met de aarding van een ander
product. U moet bijvoorbeeld een
versterkermodule afzonderlijk van de
aarding van dit product aarden. Door
aardingen met elkaar te verbinden kan
er brand en/of schade aan de producten
ontstaan als de aardingen losraken.
•
Zorg ervoor dat u de zekering alleen
vervangt door een zekering met de
waarde die op dit product staat
aangegeven.
Pak de stekker zelf vast wanneer u een
•
stekker wilt loskoppelen. Wanneer u aan
de draad trekt, trekt u deze mogelijk los
van de stekker.
Dit product kan niet worden geïnstalleerd
•
in een voertuig zonder ACC (accessoire)
stand op de contactschakelaar.
ACC-stand
Om kortsluiting te voorkomen dient u de
•
losgekoppelde draad af te dekken met
isolatietape. Het is met name van belang
om alle ongebruikte luidsprekerdraden te
isoleren. Wanneer deze onbedekt blijven,
kan er kortsluiting ontstaan.
en 8
Ω
Ω
en 3
voor dit
Ω
Ω
Geen ACC-stand
Zie de gebruikershandleiding voor nadere
•
informatie over het aansluiten van de
eindversterker en andere toestellen, en
voer de aansluiting uit zoals hierin staat
beschreven.
Aangezien er gebruik wordt gemaakt van
•
een uniek BPTL-circuit, mag de
de luidsprekerdraad niet direct worden
geaard en mogen de
luidsprekerdraden niet met elkaar worden
verbonden. De
zijde van de
luidsprekerdraad moet worden verbonden
met de
zijde van de luidsprekerdraad van
dit product.
Verwijder de dopjes op het uiteinde van de
•
aansluiting niet indien de RCA-aansluiting
op dit product niet wordt gebruikt.
Opmerking betreffende de
blauw/witte draad
Wanneer de contactschakelaar wordt
•
aangezet (ACC ON), wordt een regelsignaal
uitgevoerd via de blauw/witte draad.
Verbind de draad met de aansluiting van de
systeem-afstandsbediening van een externe
eindversterker (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom). Het regelsignaal wordt altijd
uitgevoerd via de blauw/witte draad, zelfs
wanneer de AV-bron is uitgeschakeld.
Gebruik deze draad in geen geval als de
•
stroomtoevoerdraad voor de externe
eindversterkers. Een dergelijke verbinding
kan leiden tot een overmatige
stroomafname met storingen als gevolg.
Gebruik deze draad in geen geval als de
•
stroomtoevoerdraad voor de automatische
antenne of antennesignaalversterker. Een
dergelijke verbinding kan leiden tot een
overmatige stroomafname met storingen
als gevolg.
Hoofdstuk
zijde van
zijden van de
105
Nl
02