Bediening
6
Bediening
6.1
Bediening voor toestellen met wisselautomaat
•
Het toestel wordt met het hefwerktuig/draagmachine (bv.kraan) verbonden.
•
Aan de hand van de te transporterende goederen wordt de grijpbereik op de machine ingesteld.
•
Met het hefwerktuig/draagmachine wordt de machine boven de te grijpen goederen geplaatst en
neergelaten.
•
Zodra het apparaat compleet is neergelaten, wordt de wisselautomaat ontgrendeld en sluit zich bij het
daarop volgende optillen.
•
Het te grijpen materiaal kan nu naar de plaats van bestemming getransporteerd en neergezet worden.
•
Zodra het te grijpen materiaal is neergezet, wordt de wisselautomaat vergrendeld en kan het apparaat
opgetild worden.
•
Dit apparaat is hiermee een EENMANSAPPARAAT.
Zonder heftoestel/draagapparaat mag het toestel enkel op effen bodem afgesteld worden. De grijparmen
moeten voldoende geopend zijn om te garanderen dat het toestel veilig rechtstaat. Zo niet kan het toestel
omvallen.
Bij rijbewegingen met opgeheven machine
(met en zonder last) moeten de vorken van het
hefwerktuig iets naar achter geneigd worden
(zie pijl in de hiernaast afgebeelde afbeelding).
5310.0415
15 / 26
NL