3. Koppelen
Voorbeeld: DJI N3 vluchtcontroller.
a. Steek eerst de verlengkabels van de antenne van het luchtsysteem in de poorten aan
de zijkant van het luchtsysteem en klik ze vast op hun plaats. Bevestig vervolgens de
antennes van het luchtsysteem aan de verlengkabels van de antenne.
b. Gebruik de meegeleverde DBUS-kabel om de DBUS/SBUS-poort van het luchtsysteem
aan te sluiten op de RF-poort van de DJI-vluchtcontroller.
c. Schakel de afstandsbediening in en druk tegelijkertijd op de knoppen C1, C2 en D. De
status-LED knippert blauw en er klinkt een waarschuwingssignaal om aan te geven dat
het koppelen is gestart.
d. Druk op de koppeltoets van het luchtsysteem. De status-LED's op zowel de
afstandsbediening als het luchtsysteem kleuren groen wanneer het koppelen is voltooid.
Raadpleeg de Datalink 3 gebruikershandleiding voor meer koppelmethoden.
4. Voorbereiding van de afstandsbediening
Sterk
5. Vlucht
Vluchtcontrollers van de DJI-serie beschikken over een standaard vluchtmodus met
de naam modus 2. Met de linkerjoystick regel je de hoogte en koers, terwijl je met de
rechterjoystick vooruit, achteruit, naar links en rechts kunt bewegen.
Linkerjoystick
Klap de afstandsbediening
uit
Zwak
Druk de klem op de houder voor het
mobiele apparaat.
Stel de klem af om het mobiele apparaat
vast te zetten.
Verbind het mobiele apparaat en de
afstandsbediening met een USB-kabel.
Rechterjoystick
59