Nederlands
Verdeelleidingen met draadeindhulzen
Leidingkamer
Ex ( i ) - Signaalleidingen met draadeindhulzen
Het kan eveneens gebeuren dat tussen de afzonderlijke modulen de minimale draadlengte niet wordt
aangehouden, bijv. als zowel ex- als standaardmodulen gemengd worden gebruikt. Als de minimale
draadlengte tussen leidende delen van de ex- en standaardmodulen < 50 mm bedraagt, dan heeft u
de volgende mogelijkheden om de draadlengte tussen de modulen aan te houden:
1. Plaats tussen de betreffende ex- en standaardmodulen de plaats vrijhoudende module DM 370
(6ES7 370-0AA01-0AA0).
2. Bij gebruik van de busmodule van de actieve achterwandbus kunt u ook de ex-scheidingsbrug
(6ES7 195-1KA00-0XA0) aanbrengen.
•
Bij de bedrading moet u op een strikte scheiding van intrinsieke en niet-intrinsieke leidingen letten. Zij
dienen in van elkaar gescheiden kabelkanalen te worden geleid.
•
De digitale module moet werken met een "veilige functionele lage spanning". Dit betekent, dat er op
deze modulen ook ingeval van een storing slechts een spanning van
Um ≤ 60 V (DC) resp. 30 V (AC) mag inwerken.
Alle spanningsbronnen, bijv. interne belastingsspanningen DC 24 V, externe belastingsspanningen
DC 24 V, busspanning DC 5 V moeten dusdanig met elkaar galvanisch verbonden zijn, dat het ook bij
potentiaalverschillen niet tot een spanningssomatie bij de afzonderlijke spanningsbronnen komt,
zodat de foutspanning Um wordt overschreden.
A5E00348723-03
Processtekker met
schroefmof
Nederlands