by johnson controls
Ontluchten en op lekkage
controleren
1. Sluit de gas- en vloeistofleidingen met
de bijbehorende klep op elkaar aan.
2. Haal de moer met het juiste moment aan.
3. Verwijder de beschermmoeren van de
buitenunit, zowel van de vloeistof- en
gasleiding als van de serviceklep.
4. Maak de vloeistofklep met een steeks-
leutel los.
5. Druk op het midden tegen de test-
drukklep.
6. Stop hiermee zodra u ziet dat er koel-
middel uitkomt en breng opnieuw de
moer van de servicepoort aan.
7. Zet de twee kleppen, zowel de gas- als
de vloeistofklep, helemaal open (Afb.
16).
8. Draai de moeren van de kleppen aan.
9. Controleer met vloeibare zeep of een
lekdetector het hele circuit op mogelijke
lekken.
GASKLEP
VLOEISTOFKLEP
DRUK-
SCHROEF
Fig. 16
Vacuüm van het circuit
Het wordt aanbevolen voor een goede wer-
king om het circuit onder vacuüm zetten.
Hierdoor worden eventuele gasresten en
vocht uit het circuit verwijderd. Zie afb. 17.
MANOMETER
MOER
VLOEISTOF-
GASLEIDING
LEIDING
Fig. 17
54
Elektrische aansluiting
(1) Lees het typeplaatje aandachtig door.
Maak de aansluiting overeenkomstig
het schakelschema aan de binnenzijde
van het toestel.
(2) Er dient een schakelaar geïnstalleerd
te worden waarmee het hele toestel uit-
geschakeld kan worden.
(3) Sluit de aarde aan.
(4) De elektrische bekabeling dient door
deskundig personeel in overeenkoms-
tig het schakelschema uitgevoerd te
worden. Een verkeerde aansluiting kan
brand of elektrische schokken veroor-
zaken.
Aansluiting van de
stroomvoorziening
(1) Verwijder het frontpaneel (Afb. 18).
(2) Maak de kabeldoorvoer gereed en bes-
cherm deze met een rubber bescherming.
(3) Voer alle kabels door de bescherming.
(4) Sluit de buitenunit overeenkomstig het
SERVICEKLEP
schakelschema aan.
(5) Zet de kabels met beugels of kabelkle-
mmen vast.
VACUÜMPOMP
FRONTPANEEL
Fig. 18
NL
Let op
(1) Zet de aardaansluiting stevig vast.
(2) Zet de kabels stevig vast.
(3) Forceer de stekers niet.
(4) Aansluiting stroomvoorziening:
* Toestel koeling/verwarming: - Sluit de
slang met kabels op de aansluitklem-
men en aarde aan.
(5) Sluit de overige kabels correct aan.
- Trek niet aan de kabel wanneer deze
met beugels of kabelklemmen vastge-
zet moet worden.
- Laat de kabel niet al te los in de buite-
nunit hangen.
Elektrische installatie EKKC
Maten
12
18
24
Stroomvoor-
mm
3 x 2,5
3 x 4
2
ziening
Onderlinge
aansluiting
2 x 0,25
(binnen/buiten)
Zekering
A
13
20
25
(K Kromme)
ELEKTRISCHE
AANSLUITING
ZIJPANEEL
KABEL-
KLEMMEN
KABEL-
DOORVOER
KABELS
36, 42 (1ph) /
30
36, 42 (3ph)
3 x 6 (1ph) /
3 x 6
5 x 6 (3ph)
16
20
20