Werking En Onderhoud; Afstandsbediening - York Roca DBK 35 BG Instrucciones De Manejo

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 5

Werking en onderhoud

Infrarood afstandsbediening
�����������
������������
�����
����������������
�����������������
Nota: Uitsluitend AAA alkalinebatterijen gebruiken.
Lees de volgende aanwijzing aan-
dachtig door voor een correcte
werking
- De luchtstroom niet rechtstreeks op per-
sonen richten. Dit kan schadelijk voor hun
gezondheid zijn.
- De veiligheidsroosters van de buitenunit
niet verwijderen en de hand niet in de
luchtinlaten steken.
- Het toestel bij abnormaal bedrijf (verbran-
dingsgeur, rook, enz.) uitschakelen.
- Regelmatig controleren of het toestel nog
steeds goed geïnstalleerd is.
- Het toestel zou naar beneden kunnen
vallen en letsel veroorzaken.
- Niets op de buitenunit zetten.
- Geen spray, zoals verf of pesticiden, in de
buurt van het toestel verstuiven; dit zou
brand kunnen veroorzaken.
- Uitsluitend zekeringen met het voorge-
schreven vermogen gebruiken.
- Het toestel niet proberen te repareren wan-
neer dit in bedrijf is. Dit is zeer gevaarlijk.
- Geen voorwerpen in de buurt van de
luchtinlaten plaatsen, omdat dit het koel-
vermogen vermindert en zelfs het toestel
buiten werking kan stellen.
- Geen water op het toestel gieten, omdat
dit elektrische storingen tot gevolg kan
hebben.
- Niet met de afstandsbediening gooien
of met een scherp voorwerp de toetsen
indrukken, omdat het bedieningsorgaan
hierdoor beschadigd kan raken.
- Erop letten dat er geen warmtebron in de
buurt van de airconditioner staat.
Dit kan een negatieve invloed op het
koelvermogen hebben.

Afstandsbediening

1. Met de toets ON/OFF kan de aircondi-
tioner in- en uitgeschakeld worden.
2. Kiezen bedrijfsfunctie
����
���������������
�����������
��������
������������
���
�������������������
�������������
���
����������
������������
����
���
���
�����
�������������
�������
������
�������
Er zijn vijf bedrijfsfuncties:
De werking van het systeem kan ingesteld
worden door de toets MODE in te drukken.
Modellen Bedrijfsfunctie
Enkel koeling Ventilator - Luchtont-vochti-
ging - Koelen - Auto
Koeling en verwarming - Ventilator - Luchtont-
vochtiging - Koelen - Verwarming - Auto
Functie ventilator
In deze functie werkt alleen de ventilator.
De ventilatorsnelheden (laag-middel-hoog)
+ auto kunnen ingesteld worden.
Als tijdens het bedrijf in koeling of verwar-
ming de ventilatorsnelheid op Auto ingesteld
is, wordt de snelheid automatisch in de volg-
orde laag - middel - hoog, of hoog - middel
- laag, overgeschakeld overeenkomstig het
verschil tussen de ruimtetemperatuur en de
instelpunten
Functie luchtontvochtiging
In de functie DRY werkt het toestel in de
functie koeling met de ventilator in auto
wanneer de ruimtetemperatuur boven het
instelpunt ligt. Als deze onder het instelpunt
ligt, wordt de in- en uitschakelperiode van
de compressor en de ventilator op een vaste
herhaalcyclus ingesteld overeenkomstig het
verschil tussen de ruimtetemperatuur en het
instelpunt.
Functie koeling
In de functie COOL kan de ventilatorsnelheid
op laag - middel – hoog - auto ingesteld
worden.
Functie verwarming
In de functie HEAT kan de ventilatorsnelheid
op laag - middel - hoog – auto ingesteld
worden.
Ter voorkoming van koude lucht afkomstig
van het toestel in de functie verwarming
schakelt de ventilator uit als de temperatuur
NL
KOELING
LUCHTONTVOCHTIGING
VENTILATIE
VERWARMING
AUTOMATISCH BEDRIJF
NACHTPROGRAMMA
����
AUTOMATISCHE VENTILATIE
VENTILATIESNELHEID
van de batterij erg laag is. Stijgt de tempera-
tuur van de batterij door de werking van de
compressor, dan wordt de ventilator opnieuw
ingeschakeld. Dit gebeurt ook bij het aanzet-
ten van het toestel waarbij het inschakelen
van de ventilator vertraagd wordt totdat de
temperatuur van de batterij de ingestelde
temperatuur bereikt heeft.
Functie auto
In de functie AUTO wordt automatisch tussen
de functies koeling en verwarming omgescha-
keld als de ruimtetemperatuur boven of onder
het instelpunt ligt. Het toestel werkt in de func-
tie koeling als de ruimtetemperatuur boven het
instelpunt ligt en in verwarming als deze onder
het instelpunt ligt. Dit is de bedrijfsfunctie die
aanbevolen wordt.
3. Instellen van de ruimtetemperatuur
Druk op de toets +C of –C om de aanduiding
van het instelpunt van de ruimtetemperatuur
te wijzigen. Deze dient tussen 6 en 32°C
te staan.
- Kiezen van de ventilatorsnelheid en de
stand van het uitblaasornament.
Men kan tussen de snelheden Laag - Middel
- Hoog kiezen. Druk op de toets FAN om de
gewenste luchtstroom in te stellen. Het sym-
bool FAN geeft de gekozen snelheid aan.
De SWING toets wordt gebruikt om de
uitblaasornamenten te regelen. Als deze
toets één keer ingedrukt wordt, staat het
uitblaasornament stil; als de toets nogmaals
ingedrukt wordt, beweegt het uitblaasorna-
ment heen en weer om de lucht over het
vertrek te verdelen.
4. Functies van de tijdschakelklok
Het bedieningsorgaan is met een tijdscha-
kelklok uitgerust waarmee de tijdstippen van
het in- en uitschakelen vastgelegd kunnen
worden. De functionele programmeringen
die in het bedieningsorgaan opgeslagen
zijn, zijn van kracht op het moment dat het
4
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido