TIP: positioneer de zuigleiding uit de buurt van beluchters of schuimspanen omdat de door hun uitgestoten lucht de efficiëntie
van het filter benadeelt.
II. Assembleer het uitlaatblok door de U-vormige uitlaatsproeier (e) te verbinden met de reduceerleiding (f) en dan uiteindelijk
met de 2 uitlaten met elleboogkoppelingen (g) te verbinden. Indien nodig kunt u de uitlaatsproeier lengte inkorten met een
zaag, zodat de verhouding klopt met het aantal groeven (zie fig. 14).
Monteer de zwenkarm diffuser op de elleboogkoppelingen (g) waarbij u kunt kiezen tussen de sifon zwenkarm diffusers en
de zwenkarm diffusers voor injectoren (j). Dit doet u door een lichte kracht uit te oefenen op de koppelingen. Als u besluit
enkel 1 uitlaat van de elleboogkoppeling te gebruiken is het aan te bevelen de ongebruikte uitlaat af te sluiten met een
elleboogkoppeling afsluitdop (h).
TIP: om een betere watercirculatie door de sifon zwenkarm diffusers te krijgen is het aan te bevelen deze diffusers net onder het
wateroppervlak te plaatsen of ten hoogstens op hetzelfde niveau als het wateroppervlak.
III. De injectoren kunnen verbonden worden door de reduceerleiding (k) of ze kunnen gescheiden gebruikt worden (zie fig. 15).
Ze moeten in elk geval verbonden worden de corresponderende diffuser (j). Voor het juiste gebruik is het aan te bevelen om
de injector uitlaat af te sluiten met de corresponderende plug (m) uit het pakket. TIP: om een betere watercirculatie door de
injectoren te krijgen is het aan te bevelen om deze injectoren net boven het wateroppervlak te plaatsen.
Aansluiten van de afsluitklep (met twee kraantjes INLAAT-UITLAAT) op het externe filter.
B) Aansluiten van de afsluitklep (met twee kraantjes INLAAT-UITLAAT) op het externe filter.
LET OP: HET IS STRICT NOODZAKELIJK OM DEZE ACTIES VOLGENS DE ONDERSTAANDE INSTRUCTIES UIT TE VOEREN OM WATER
LEKKAGE TE VOORKOMEN EN OM HET NEWA KANIST EXTERNAL FILTER GOED TE LATEN FUNCTIONEREN.
I. Zorg ervoor dat zowel de groene montage moeren (deze zitten op de randen van de inlaat- en uitlaatblokken) alsook de
moeren van de afsluitklep (met twee kraantjes INLAAT-UITLAAT) compleet teruggedraaid zijn (vrije draad gedeelte-fig. 16).
II. Verbind elke flexibele leiding (welke in het pakket zitten) met de vrije randen van het inlaatblok (b) en het uitlaatblok (e). Monteer
ze met lichte kracht totdat de punt van de leiding het van draad voorziene gedeelte raakt. In dit gedeelte zijn de groene montage
moeren geïnstalleerd (ongeveer 2,5cm) (fig. 17). Draai de moeren met de klok mee zodat de flexibele leidingen handvast zitten.
III. Steek het inlaat-en uitlaatblok in het aquarium. Plaats deze inlaat-en uitlaatblokken haaks op de corresponderende
verbindingen (b-e) op de aquarium wanden. Monteer de inlaat-en uitlaatblokken met klemmen (voorzien van zuigdopjes). Hierbij
moet 1 klem binnen het aquarium en 1 klem buiten het aquarium gemonteerd worden, dit voor elk van de 2 blokken (fig. 18). TIP:
het is aan te bevelen om enige afstand tussen de inlaat en de uitlaat te bewaren om een correcte watercirculatie te verkrijgen.
IV. Plaats het NEWA Kanist filter in een voorkeurspositie zodat het filter gemakkelijk gebruikt kan worden.
NL
V. Verbind de afsluitklep (met twee kraantjes INLAAT-UITLAAT) met het NEWA Kanist filter. Zorg ervoor dat de afsluitklep goed
past op de rotor. Rekening houdend met de importantie van deze bediening, is het aan te raden dat:
a) sluit de afsluitklep door aan de groene hendel te trekken (deze hendel bevindt zich tussen de twee kraantjes) totdat deze zijn
stop bereikt. De groene hendel zal in een verticale positie staan ten opzichte van de normale stand (fig. 19).
b) schuif de afsluitklep in de corresponderende groeven in de kop van het filter door goed te drukken op de buitenrand van de
afsluitklep (fig. 20). Zorg ervoor dat de afsluitklep goed geassembleerd is. Dit kunt u controleren door te kijken of er geen spleet
tussen de randen van de afsluitklep en de filterkop aanwezig is.
C ) open de afsluitklep door de groene hendel omhoog te trekken tot aan zijn stop. De groene hendel zal in een horizontale
positie staan ten opzichte van zijn beginstand (fig. 21).
VI. Verwijder overbodige lengtedelen van de flexibele leidingen zodat het filter op een juiste manier zal werken. Door het
inkorten van de flexibele leidingen zal de route van het water zo direct mogelijk verlopen en wordt een mogelijke buiging en
blokkade van de flexibele leidingen voorkomen (fig. 22).
VII. Verbind de flexibele leiding welke geïnstalleerd is op het uitlaatblok (pijl wijzend naar boven) met het kraantje (met
inscriptie UIT) volgens de pijlen op de inlaat- en uitlaatsproeiers, en de inscripties IN & UIT op de afsluitklep. Verbind de flexibele
leiding (welke geïnstalleerd is op het inlaatblok) met het kraantje met de inscriptie IN. Monteer ze met lichte kracht totdat
de punt van de leiding het van draad voorziene gedeelte raakt. In dit gedeelte zijn de groene montage moeren geïnstalleerd
(ongeveer 2,5cm) (fig. 23). Draai de moeren met de klok mee zodat de flexibele leidingen handvast zitten (fig. 24).
FILTER START
a) Locatie:
Het NEWA Kanist extern filter werkt met behulp van zwaartekracht, plaats daarom het NEWA Kanist filter in een
voorkeurspositie voordat het met het blok verbonden wordt. Hierdoor zouden de afsluitklep en de flexibele leidingen afsluiten.
41