907606
Voor gebruik
Het verwijderen van de accu
• Om de accu (6) van de machine te verwijderen drukt u beide clips (5) in
en trekt u de accu van de machine af
Het bevestigen van een opgeladen accu
1. Schuif de accu aan de onderzijde van het hoofdhandvat op de
behuizing van de machine
Let op: De accu past enkel op één manier, welke redelijk vanzelfsprekend is
gezien de vorm van de accu en de behuizing. Forceer de accu niet wanneer
deze moeilijk op de behuizing schuift. Controleer de positie en probeer het
plaatsen nog eens.
2. Schuif de accu op de behuizing tot deze in plaats klikt
Het opzetten van de oplader
1. Verwijder de accu, wanneer bevestigt, van de oplader
2. Sluit de laad plug (7) op de laadbasis aan
3. Sluit de laad plug op de stroombron aan
Let op: Het groene LED licht op de basiseenheid brand wanneer deze klaar
is voor het laden van de accu
WAARSCHUWING: Gebruik de oplader enkel voor het opladen van de
voorziene accu's
WAARSCHUWING: De oplader is enkel geschikt voor binnen gebruik en
mag niet blootgesteld worden aan vocht en regen
Het opladen van de accu
WAARSCHUWING: Wanneer de juiste laadprocedure niet wordt opgevolgd
is permanente schade mogelijk het gevolg
1. Plaats de lege accu op de basiseenheid
2. Het rode LED lampje op de oplader duidt op laden. Wanneer het lampje
niet brand controleert u of de accu juist op de oplader is geplaatst.
Verwijder enig vuil dat mogelijk in het contactpunt van de oplader
gevallen is en zorg ervoor dat de contactpunten van zowel de accu als
de oplader schoon zijn en niet gebogen of beschadigt
WAARSCHUWING: Het LED licht geeft de laadstatus niet weer en de
oplader schakelt zichzelf niet automatisch uit wanneer de accu volledig is
opgeladen
3. Laad de accu enkel voor vier tot vijf uur op en ontkoppel de oplader
van de stroombron
WAARSCHUWING: Het overladen van de accu resulteert mogelijk in
permanente schade aan de accu en/of oplader
Let op: De accu hoort volledig opgeladen te zijn voordat de machine voor
de eerste keer gebruikt wordt. Wanneer de accu niet volledig is opgeladen
raken de accucellen permanent beschadigd
Verdere opmerkingen betreft het opladen:
• Buiten de eerste laadprocedure hoort de accu volledig ontladen te zijn
voordat deze wordt opgeladen om de levensduur te maximaliseren
• De accu hoort bij een omgevingstemperatuur tussen de 10 en 40°C
(dicht bij 20°C is ideaal) opgeladen te worden
• Na het opladen vereist de accu een afkoelperiode van 15 minuten
• Zorg ervoor dat de oplader na het opladen van de stroombron wordt
ontkoppeld en juist wordt opgeborgen
• Laad accu's NOOIT voor langere periodes op en berg accu's NOOIT op
wanneer deze worden opgeladen
• Laad accu's dicht bij de gebruiksperiode op, ideaal gezien de dag ervoor
of op de dag van gebruik
• Accu's kunnen na verloop van tijd stuk raken, individuele cellen breken
wat leidt tot kortsluiting in de accu. De oplader laadt zulke accu's niet op.
Gebruik de andere accu om de werking van de oplader te controleren en
schaf een nieuwe accu aan
• De accucapaciteit vermindert na verloop van tijd. Na 100 laadcyclussen
zal de gebruiksduur en de koppellevering licht verminderen. Deze
verlaging duurt voort tot de minimale capaciteit bereikt wordt na 500
laadcyclussen. Dit is normaal en duidt niet op een foutieve accu
14,4 V accuboormachine
Het bevestigen van boor bits en accessoires
WAARSCHUWING: Verwijder de accu van de machine voor het bevestigen,
aanpassen of verwijderen van accessoires
WAARSCHUWING: Zet boor bits (of andere accessoires) niet vast door de
boorhouder vast te pakken en de machine in te schakelen. Dit resulteert
mogelijk in persoonlijk letsel en boorhouder beschadiging
WAARSCHUWING: Bevestig geen accessoires met een maximale snelheid,
lager dan de onbelaste snelheid van de machine
1. Open de sleutel loze boorhouder (4) door de kraag rechtsom te draaien
2. Plaats het accessoire in de boorhouder
3. Vergrendel het accessoire door de kraag linksom te draaien
4. Wanneer het accessoire vergrendeld is, schakelt u de machine in om
te controleren of het accessoire recht in de boorhouder zit. Wanneer
het accessoire wiebelt, opent u de boorhouder, controleert u het
accessoire op schade, past u de positie van het accessoire aan, draait
u de boorhouder vast en controleert u het accessoire opnieuw
Gebruik
Rotatierichting controle
WAARSCHUWING: Wanneer de machine is ingeschakeld mag de
rotatierichting NOOIT veranderd worden
• De rotatierichting kan met behulp van de rotatierichtingsschakelaar (2)
veranderd worden
• Voor een rotatierichting linksom, duwt u de schakelaar naar rechts
• Voor een rotatierichting rechtsom, duwt u de schakelaar naar links
Let op: Wanneer de schakelaar in het midden staat is de machine
vergrendeld en kan deze niet ingeschakeld worden. Gebruik deze stand als
veiligheidsfunctie om plotse inschakeling van de machine te voorkomen
Koppelcontrole
Let op: De draadloze machine is voorzien van een koppelcontrole waardoor
de koppel juist kan worden versteld voor elke uit te voeren taak
• De koppelstanden zijn met symbolen op de koppel stelring (3) aangeduid
• Draai de ring om de benodigde instelling te verkrijgen: een hoger
nummer duidt op een hogere koppel
Het in- en uitschakelen van de machine
WAARSCHUWING: Bij het gebruik van de machine is het dragen van de
benodigde beschermende uitrusting vereist
1. Om de machine te starten knijpt u de trekker schakelaar (1) in
Let op: Wanneer de schakelaar niet ingeknepen kan worden controleert u
de stand van de rotatierichtingsschakelaar (2). De middenpositie vergrendelt
de trekker schakelaar
2. De rotatiesnelheid wordt geregeld door de trekker schakelaar.
Hoe verder de schakelaar wordt ingeknepen des te hoger de
rotatiesnelheid
3. Laat de trekker schakelaar los om de machine te stoppen
Schroevendraaierstand
Let op: Maak bij het werken met schroef bits gebruik van een universele bit
houder. Plaats schroef bits niet direct in de boorhouder
• Gebruik de machine bij het indraaien van schroeven NOOIT in een
boorstand
• Stel de machine te allen tijde in de benodigde koppelstand (zie:
'Koppelcontrole')
Let op: Wanneer u onzeker bent over de juiste koppelinstelling start u met
een lage koppelstand en verhoogt u deze wanneer meer koppel vereist is
(v.b. wanneer de schroef niet ver genoeg in het werkstuk gedreven wordt)
Het boren in hout
• Gebruik de machine enkel in de rotatieboorstand
• Zorg ervoor dat het boor bit geschikt is voor het boren in hout en binnen
de maximale capaciteit van de machine valt (zie: 'Specificaties')
WAARSCHUWING: Houtstoffen zijn mogelijk giftig en mogen niet
geïnhaleerd worden. Draag te allen tijde een geschikt stofmasker
www.silverlinetools.com
37