locomotief gebruiken, aangezien er anders te veel
vochtigheid op één plek neer kan slaan. Als de loc
stilstaat, schakelt de koeldampgenerator na 60 seconden
automatisch uit. Zodra er verder gereden wordt, activeert
de koeldampgenerator weer.
• De koeldampgenerator kan beter niet ingeschakeld
worden bij het bedrijf op M-rails (corrosiegevaar).
• Voorzichtig bij het rijden door een tunnel waar waterge-
voelige bouwmaterialen zijn gebruikt of verdekt opgestel-
de elektronica bevindt.
• Bij het gebruik van de koeldampgenerator dient op
geregelde tijden de neergeslagen waterdamp op de bui-
tenkant van de loc met een doek opgedroogd te worden.
Dit om te vermijden dat het water op de modelbaan druipt.
• Als de koeldampgenerator piept is de watertank leeg.
• De functie van de koeldampgenerator kan ook zonder
gedestilleerd water in de tank ingeschakeld blijven –het
model raakt daardoor niet beschadigd.
• Vul het gedestilleerde water in de juiste opening bij
a.u.b. (zie onder punt 5). De dakopening van de tank is
met een rubberdop afgesloten. Deze dop moet voor het
vullen van de tank verwijderd en daarna weer geplaatst
worden.
• De locomotief niet op de kant of op de kop leggen zolang
er nog gedestilleerd water in de tank zit aangezien het
gedestilleerde water er dan uitloopt.
• Als de loc op de baan omvalt – deze direct weer rechtop
zetten!
• De koeldampgenerator niet beschadigen met de punt van
de pipet.
• De meegeleverde pipet mag alleen voor het gedestil-
leerde water gebruikt worden.
• Voor het verpakken van de locomotief dient het gedestil-
leerde water volledig te zijn verdampt en de locomotief
aan de lucht te zijn gedroogd. Het verdampen dient bij
rijdende locomotief te gebeuren aangezien anders de
dampgenerator na 60 seconden automatisch uitschakelt.
3. Leveringsomvang
1 x locomotiefmodel
1 x Pipet
1 x gebruiksaanwijzing
1 x garantiebewijs
4. Functies
• Herkenning van het bedrijfssysteem: automatisch.
• Mfx-technologie voor het Mobile Station/Central Station.
Naam af de fabriek: Tiger 233493-6
• Vanaf de fabriek ingesteld: MM 24 / DCC 03
• Instellen van de locomotiefparameters (adres, optrek-
afremvertraging (ABV), maximumsnelheid): d.m.v. Control
Unit, Mobile Station of Central Station.
• Rijrichtingafhankelijke frontseinen.
• Diverse schakelbare functies.
• In analoogbedrijf zijn alleen de rij- en lichtwissel-functies
beschikbaar.
17