Montage van de aanhangerkoppeling op de wagen
- 5 -
- Trek de blinde flenzen af van de openingen voor het bevestigen van de aanhangerkoppeling
op de achterste lengtebalken (beide kanten van de wagen) - zie de pijltjes. Behandel dan
het vlak rondom de openingen met anticorrosiebescherming, op zelfde wijze als de plaatsen
op de carrosserie na demontage van de dwarsbalk.
- Indien nodig, onderdelen van plastisol uit de binnenkant van de lengtebalken verwijderen.
- 6 -
- Schuif de aanhangerkoppeling (A) met de lengtedragers in de openingen op het achterfront
van de wagen en zet deze zodanig dat de schroefassen ongeveer door het midden van de
bevestigingsschroeven in de lengtedragers lopen.
- Schroef de dragers licht m.b.v. vier bevestigingsschroeven M10 x 35 (B) tegen het chassis
van de wagen.
- Controleer de positie van de aanhangerkoppeling en haal de schroeven (afwisselend)
aan beide kanten aan met het aanhaalmoment van 55 Nm ± 10 % +90° -detail-.
Let op. Als het voertuig met een hittebeschermingsplaat voor de
uitlaat of met andere onderdelen is uitgerust die de montage van
schroeven (B) verhinderen, dan moeten deze onderdelen aan de hand
van de reparatiehandleiding gedemonteerd of weggebogen worden.
Bij een eventuele volgende demontage en montage van de aanhanger-
NL
koppeling moeten de bevestigingsschroeven vervangen worden door
nieuwe.
- 7, 8 -
- Test of de trekhaak (C) goed in de bevestigingskoker van de drager zit. Met het sleuteltje (D)
de haak vergrendelen en weer losmaken.
- Neem dan de haak uit de bevestigingskoker en zet het kapje (E) op de kogel. De trekhaak
op de daarvoor bedoelde plaats in de gereedschapsbox in de kofferbak van de wagen
opbergen.
- Zet het kapje (F) in de bevestigingskoker van de drager van aanhangerkoppeling.
Ga door met de montage van de elektrische installatie van de aanhangerkoppeling op de
wagen (zie handleiding voor montage van de elektrische installatie voor aanhangerkop-
pelingen).
Nadat de elektrische installatie uitgevoerd is, moeten alle gedemonteerde onderdelen weer
gemonteerd worden en moeten de verbindingen met de voorgeschreven aanhaalmomenten
worden aangedraaid.
Maak de klant attent op de volgende regels
Laat na ongeveer 500 km met de aanhanger gereden te hebben controleren of de beves-
tigingsschroeven van de drager tegen het chassis van de wagen goed vastzitten en laat
die eventueel met het voorgeschreven moment van 90 Nm aanhalen! Wij adviseren deze
controle in een servicegarage in de buurt te laten doen.
De handleiding voor bediening en onderhoud van de aanhangerkoppeling staat in het
Instructieboekje van de wagen beschreven - hoofdstuk Aanhangerkoppeling. Indien de
reparatiehandleiding niet meer aanwezig is, dan is deze bij een ŠKODA-dealer te verkrij-
gen.
38