5.1.2 Mobilfixterminal in de ingebouwde toestand met Würth-
injectiespecie WIT-PE 500:
Montage in beton met injectiemortel WIT-PE 500:
MAT-MA-0007 Montageanleitung MOBILFIX
Montagehandleiding en goedkeuring van de
bevestigingsmiddelen in acht. Boorgat met
=24 mm en boorgatdiepte h1 ≥ 130 mm
boorgatdiameter d
o
verticaal t.o.v. het oppervlak van de verankeringsbodem
aanbrengen met een hamerboor.
Boorgat reinigen (2x uitblazen, 2x machinaal uitborstelen,
2x uitblazen).
Mixer op de patroon draaien, perspistool gebruiken.
Plaatsingsdiepte in acht nehmen.
Vóór gebruik ca. 10 cm streng uitpersen en niet
rechtstreeks in het boorgat spuiten.
Controle van de temperatuur van de verankeringsbodem.
Temperatuur moet ≥ 5°C zijn. Injectiemortel van de
boorgatbodem uitgaand opvullen. Het boorgat moet ca. 2/3
met injectiemortel zijn gevuld.
Aanslagpunt onder lichte draaiing tot aan de boorgatbodem
drukken
Optische controle van de hoeveelheid mortel resp. de markering
van de plaatsingsdiepte. De vulling met mortel moet tot aan het
oppervlak reiken. Is er geen mortel aan het oppervlak zichtbaar,
moet het aanslagpunt onmiddellijk eruit worden getrokken en
opnieuw injectiemortel WIT-PE 500 ingespoten worden.
Uithardingstijd van de injectiespecie in acht nemen. Zie
verwerkingsinstructie
op
montagehandleiding.
Zodra de injectiemortel is aangebracht, test u de verankering
gedurende 15 seconden met een belasting van 7,5 kN. Is
enkel nodig AN7NZS-norm. Na een correcte installatie kan
de W-MAP 1 (oog) aan het aanslagpunt W-MAP 1 worden
bevestigd.
, Stand: 08/11/2016
de
patroon
en
in
de
Seite 6 von 16