NL
AANWIJZINGEN
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van dit
Olympus product. Lees a.u.b. voor uw eigen
veiligheid deze handleiding voor het gebruik,
en houd deze bij de hand voor raadpleging in
de toekomst.
Naam van onderdelen (afb. 1)
1 Kapvatting, 2 Filtervatting, 3 Zoomring,
4 Scherpstelring, 5 Index lensvatting,
6 Elektrische contacten, 7 Voorkap van de lens,
8 Achterkap van de lens, 9 Lenskap,
0 AF/MF-schakelaar
Bevestigen van de kap (afb. 2)
Opbergen van de kap (afb. 3)
Bediening van de AF/MF-schakelaar (afb. 4)
Schakelt om tussen AF (autofocus) en MF
(handmatig scherpstellen). Het minimale
opnamebereik verandert afhankelijk van de
instelling.
•
Als de camera op MF staat, werkt de lens
in stand MF, zelfs als de schakelaar op AF
wordt gezet.
36
NL
Opmerkingen over het fotograferen
•
Fotografeert u een object in tegenlicht,
gebruik dan de zonnekap.
•
De randen van foto's zouden afgesneden
kunnen worden als er meer dan één fi lter
gebruikt wordt of als er een dik fi lter wordt
gebruikt.
•
Geschikt voor gebruik met de optionele
EC-14, EC-20 teleconverters in de stand MF.
•
Met de optionele EX-25 tussenring kunt
u fotograferen met een vergroting van
0,40 – 0,66x (0,80 – 1,32x indien berekend op
basis van kleinbeeldcamera), bij gebruik van
de stand MF in het gehele zoombereik.
Belangrijkste technische gegevens
Lensvatting
: Four Thirds-lensvatting
Scherpstelafstand : 70 – 300 mm (komt over-
een met 140 tot 600 mm
op een kleinbeeldcamera)
Max. diafragma
: f4.0 – 5.6
Beeldhoek
: 18° – 4,1°
Confi guratie van
: 10 groepen, 14 lenzen
de lens
Meerlaags-coating
(gedeeltelijk enkellaags)
Irisinstelling
: f4.0 tot f22