HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DE VOLGENDE WAARSCHUWINGEN KAN LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
WAARSCHUWING
•
Bedien, inspecteer en onderhoud dit gereedschap altijd overeenkomstig
alle voorschriften (plaatselijke en landelijke) die van toepassing zijn op
pneumatisch handgereedschap.
•
Gebruik dit gereedschap bij een maximale luchtdruk van 90 p.s.i.g. (6,2 bar)
aan de luchtinlaatopening van het gereedschap.
•
Koppel de luchttoevoer los van het gereedschap voordat u toebehoren de-
monteert of monteert of voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Houd handen, kleding en lang haar uit de buurt van het draaiende uiteinde
van het gereedschap.
•
Wees voorbereid op en pas op voor plotselinge veranderingen in de beweg-
ing tijdens het starten en werken van pneumatisch gereedschap.
•
Overschrijd nooit het nominale toerental van het gereedschap.
•
Draag geschikte oog- - en oorbeschermers tijdens het gebruik van het ger-
eedschap.
•
De drijfas van het gereedschap kan nog even door blijven draaien nadat de
smoorklep gedeblokkeerd is.
•
Smeer gereedschap niet met ontvlambare of vluchtige vloeistoffen zoals pe-
troleum, dieselolie of straalbrandstof.
•
Verwijder geen enkel etiket. Vervang beschadigde etiketten.
•
Gebruik slechts toebehoren die aanbevolen worden door ARO.
•
Draag zonodig beschermende kleding, als bescherming tegen vonken.
•
Houd, na het monteren van een nieuwe schijf, het gereedschap in een bes-
chermkap en laat het gedurende ten minste 60 seconden op bedrijfssnel-
heid lopen. Verzeker u ervan dat niemand zich binnen het werkvlak van de
schijf bevindt.
•
Deblokkeer de smoorklep en laat de draaiende schijf tot stilstand komen
voordat u het gereedschap neerlegt. Wij adviseren steunen, hangende
dragers of balanssteunen voor het gereedschap.
•
Gebruik geen enkele slijpschijf, slijpstift of ander toebehoren met een maximaal
werktoerental dat lager is dan het vrijlooptoerental van het gereedschap.
•
Controleer het vrijlooptoerental van het gereedschap met een toerenteller
voordat u een schijf monteert, na elke reparatie aan het gereedschap en al-
tijd wanneer gereedschap gebruikt gaat worden, om er zeker van te zijn, dat
het feitelijke toerental van het gereedschap het toerental dat op de naam-
plaat gestempeld staat, niet overschrijdt. Controleer het toerental niet terwijl
een slijpschijf zich op het gereedschap bevindt.
•
Controleer het gereedschap op te hoog toerental en trillen voordat u ermee
gaat werken.
•
Gebruik altijd de aanbevolen beschermkap die bij het gereedschap gelev-
erd wordt.
•
Vervang beschadigde, verbogen of in ernstige mate versleten bescherm-
kaps. Gebruik geen beschermkap die blootgesteld is aan een defecte schijf.
•
De opening van de beschermkap moet van degene die het gereedschap ge-
bruikt, zijn afgewend.
•
Verzeker u ervan, dat wanneer u dit gereedschap met een staalborstel gebruikt,
het toegestane toerental van de borstel hoger is dan dat van het gereedschap.
WAARSCHUWING
Draag oogbescherming wanneer u dit
gereedschap gebruikt of er onderhoud
aan uitvoert.
WAARSCHUWING
Sluit de luchttoevoer af en koppel de
luchttoevoerslang los voordat u aan
dit gereedschap toebehoren monteert,
het verwijdert of afregelt, of voordat u
welk onderhoud dan ook aan dit
gereedschap uitvoert.
WAARSCHUWING
Reik niet te ver wanneer u dit
gereedschap gebruikt. Houd
uzelf in evenwicht en zorg dat
u stevig staat.
WAARSCHUWING = Risico's of onveilige handelingen die ernstig of dodelijk letsel, of
aanzienlijke materiële schade tot gevolg kunnen hebben.
OPGELET = Risico's of onveilige handelingen die licht lichamelijk letsel of lichte materiële of produktschade tot gevolg kunnen hebben.
OPMERKING = Belangrijke informatie betreffende installatie, bediening of onderhoud.
14
BEDIENINGS- - EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
•
Inspecteer elke slijpschijf op afgebroken stukjes en scheuren voordat u hem
monteert. Gebruik geen schijf die afgebrokkeld, gescheurd of anderszins
beschadigd is. Gebruik geen schijf die doordrenkt is met water of een andere
vloeistof.
•
Laat, wanneer u een slijpschijf monteert, het gereedschap op een geleidelijk toe-
nemend toerental draaien en controleer of de schijf goed in balans is. Als een
onbalans wordt waargenomen, moet de schijf gericht worden. Als hiermee geen
aanvaardbare balans kan worden verkregen, wordt de schijf niet gebruikt.
•
Verzeker u ervan dat de aandrijfflenzen voor schijven van het type 1 met ver-
zinkboor en tenminste 1/3 van de diameter van de schijf zijn.
•
Verzeker u ervan dat de aandrijfflenzen voor schijven van het type 6, 11, 16
tot en met 19, 27 en 28 vlak, zonder verzinkboor en tenminste 1/3 van de di-
ameter van de schijf zijn.
•
Vergewis u ervan dat de schijfflenzen tenminste 1/3 van de diameter van de
slijpschijf, vrij van afgebroken stukjes,oneffenheden en scherpe randen zijn.
Gebruik altijd de schijfflenzen die door de fabrikant worden geleverd.
•
Gebruik een viltring tussen elke schijfflens en de schijf. Viltringen moeten
minstens zo groot in diameter zijn als de schijfflenzen.
•
Vergewis u ervan dat de slijpschijf goed op de as past. De schijf mag niet te
strak of te los zitten. De normale diametrale speling tussen de schijf en de as
is ca. 0,007" (0,17 mm).
•
Gebruik geen reduceerbussen om een schijf voor welke as dan ook passend te
maken, tenzij de bussen door de schijffabrikant worden geleverd of aanbevolen.
•
Verzeker u ervan dat de spankoker in goede conditie verkeert en op de juiste
wijze aan de as van het gereedschap bevestigd is.
•
Steek de stift tot op de volle diepte van de klemklauwen van de spankoker
erin. Steek ten minste de helft van de stiftlengte in de spankoker.
Het herhaaldelijk en langdurig blootstellen van iemand die gereedschap bedient,
aan trillingen, hetgeen bewerkstelligd kan worden door het gebruik van bepaald
handgereedschap, kan de ziekte van Raynaud teweegbrengen, gewoonlijk
''dode vingers" genoemd. Dit verschijnsel brengt gevoelloosheid en een bran-
dend gevoel teweeg in de hand en kan schade aan de bloedcirculatie en de zenu-
wen toebrengen, alsmede weefselafsterving. Personen die handgereedschap
vaak gebruiken en aan trillingen worden blootgesteld, moeten nauwgezet de
duur van het gebruik en hun fysieke conditie in de gaten houden.
•
Het gebruik van andere dan echte ARO vervangingsonderdelen kan veiligheids-
risico's, verminderd prestatievermogen van het gereedschap en een toename in
onderhoud ten gevolge hebben, en kan alle garanties ongeldig maken.
•
ARO is niet verantwoordelijk voor wijzigingen aan gereedschap door de
klant voor toepassingen waarover ARO niet geraadpleegd werd.
•
Onderhoud en reparatie aan gereedschap moeten uitgevoerd worden door
bevoegd, geschoold, bekwaam personeel. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde,
erkende ARO servicecentrum.
Draag oorbescherming wanneer u dit
gereedschap gerbuikt.
Gebruik geen beschadigde, rafelige of
verweerde luchtslangen en fittingen.
Werk met een maximale luchtdruk
van 90 p.s.i.g. (6,2 bar, 620 kPa).
WAARSCHUWING
OPMERKING
WAARSCHUWING
Draag het gereedschap niet aan de
slangen.
WAARSCHUWING
Pneumatisch gereedschap kan trillen
tijdens het gebruik. Trillingen, herhaalde
bewegingen of ongemakkelijke houdin-
gen kunnen schadelijk zijn voor uw
handen en armen. Stop met het gebruik
van gereedschap als ongemak, een tin-
telend gevoel of pijn zich voordoet.
Roep medische hulp in voordat u het
gebruik hervat.
OPMERKING
Dit etiket moet te allen tijde
op dit gereedschap voorko-
men. Als het zoekgeraakt of
beschadigd is, is een ver-
PN 49883
vangingsetiket kosteloos
verkrijgbaar.