Ingebruikname; Afzuigbeschermkap Bevestigen Op De Haakse Slijper - Metabo TEPB 19-180 RT CED Manual Original

nl NEDERLANDS
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Hendel van de haakse slijper (voor de
bevestiging en instelling van de beschermkap)
2 Afzuigbeschermkap
3 Pijl - machine alleen in de richting van de pijl
trekken
4 Greep van de haakse slijper *
5 Drukschakelaar*
6 Elektronische signaalindicatie *
7 Afzuigaansluitstuk
8 Extra greep (van de haakse slijper) *
9 Verlengstuk
10 Asvastzetknop (van de haakse slijper) *
11 Wieltjes (om op het werkstuk te plaatsen)
12 Pijl voor de draairichting (draairichting van de
diamant-doorslijpschijf)
13 As (van de haakse slijper) *
14 Steunflens (van de haakse slijper) *
15 Twee afstandsringen
16 Diamant-doorslijpschijf *
17 Tweegats spanmoer
18 Pensleutel
* niet bij de levering inbegrepen / afhankelijk van de
uitrusting

6. Ingebruikname

Voor alle ombouwwerkzaamheden: haal de
stekker uit het stopcontact. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel moet stilstaan.
Vergelijk voor de ingebruikname of de op het
typeplaatje aangegeven spanning
overeenkomt met de netspanning.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD)
met een max. inschakelstroom van 30 mA
voor de machine.
6.1 Afzuigbeschermkap bevestigen op de
haakse slijper
Zie pagina 2, afb. A en B.
1. Houd de hendel (1) ingedrukt.
2. De afzuigbeschermkap (2) in de getoonde
positie op de haakse slijper plaatsen (zie pagina
2, afb. A.).
3. Druk de hendel (1) en draai de
afzuigbeschermkap (2) zo dat de haakse slijper
in de getoonde richting wijst (zie pagina 2, afb.
B.)
4. De hendel (1) loslaten en de afzuigbeschermkap
(2) draaien, totdat de hendel (1) vast klikt.
5. Controleer of de hendel goed bevestigd is: De
hendel (1) moet vergrendeld zijn en de
afzuigbeschermkap (2) mag niet kunnen worden
gedraaid.
Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (8) is
aangebracht! De extra greep (8) samen met
het verlengstuk (9) vast op de haakse slijper
draaien.
24
6.2 Stofafzuiging aanbrengen
Alleen met geschikte stofafzuiging werken:
Een geschikte stofzuiger (neem de nationale
voorschriften in acht) aansluiten op het
afzuigmondstuk (7).
Gebruik voor een optimale afzuiging de aansluitmof
6.30796 en een zuiger met automatische
filterreiniging.
Wij raden het gebruik aan van een antistatische
zuigslang Ø 35 mm.
7. Inzetgereedschap aanbrengen
Voor alle ombouwwerkzaamheden: haal de
stekker uit het stopcontact. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel moet stilstaan.
7.1 Diamant-doorslijpschijf aanbrengen
1. Asvergrendelknop (10) indrukken en as (13)
draaien tot de vergrendelknop merkbaar
vastklikt.
2. Steunflens (14) (leveringsomvang van de
haakse slijper) op de as plaatsen. Hij is op de
juiste wijze aangebracht, als hij op de
vergrendelde as niet gedraaid kan worden.
3. De 2 afstandsringen (15) op de steunflens (14)
plaatsen.
4. Een diamant-doorslijpschijf (16) op de
afstandsring (15) plaatsen. Let op juiste
draairichting. De draairichting is door middel
van een pijl op de diamant-doorslijpschijf en
afzuigbeschermkap aangegeven (pijl voor de
draairichting (12)).
5. Zorg ervoor dat de tweegats spanmoer (17) en
as (13) van de haakse slijper op elkaar passen:
Tekst op de tweegats spanmoer en de
informatie over de schroefdraad op het
typeplaatje van de haakse slijper moeten
overeen stemmen (M14 resp. 5/8").
6. Tweegats spanmoer (17) opschroeven.
7. Asvergrendelknop (10) indrukken en ingedrukt
houden.
8. Tweegats spanmoer (17) met tweegaatssleutel
(18) stevig vastdraaien.
9. De veilige verbinding controleren.
10.Diamant-doorslijpschijf (16) met de hand
draaien - hij mag de afzuigbeschermkap (2) niet
aanraken of er tegenaan schuren.
8. Gebruik
8.1 In-/uitschakelen
Pak de machine altijd met beide handen vast.
Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap
naar het werkstuk bewegen.
Voorkom onverhoeds starten: de machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer sprake is
geweest van een stroomonderbreking.
Voorkom dat de machine stof en spaanders
opjaagt of naar binnen zuigt. De machine na
het uitschakelen pas wegleggen wanneer de motor
tot stilstand is gekomen.