Omgevingsomstandigheden
Het toestel kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van +5 °C tot +40
°C en een relatieve luchtvochtigheid van 20 % - 85 % (zonder condensvorming).
In uitgeschakelde toestand kan de LCD-TV worden opgeslagen bij een
temperatuur tussen -20 °C en +60 °C.
Zorg voor een afstand van minimaal één meter tussen het toestel en
hoogfrequente en magnetische storingsbronnen (televisietoestel,
luidsprekerboxen, mobiele telefoon, enz.) om functiestoringen te vermijden.
Wacht nadat u de LCD-TV hebt vervoerd zo lang met de ingebruikname tot het
toestel de omgevingstemperatuur heeft aangenomen.
Bij grote schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid kan er door
condensatie vochtvorming optreden binnen in de LCD-TV, die een elektrische
kortsluiting kan veroorzaken.
Trek tijdens een onweer of als het toestel langere tijd niet wordt gebruikt de
stekker uit het stopcontact en de antennekabel uit de antenne-aansluiting.
Voeding
Let op
Onderbreek de stroomvoorziening van uw LCD-TV of schakel alle
spanning uit door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te
halen.
Sluit de LCD-TV alleen aan op een geaard stopcontact met 220-240 V ~ 50 Hz. Als
u niet zeker bent van de voedingsbron op de plaats van installatie, raadpleegt u
het energiebedrijf.
Het stopcontact moet zich in de buurt van de LCD-TV bevinden en moet
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Onderbreek de stroomvoorziening van uw beeldscherm door de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te halen.
Wij adviseren u, omwille van de extra veiligheid, gebruik te maken van een
overspanningsbeveiliging, zodat uw LCD-TV beschermd is tegen beschadiging
door spanningspieken of blikseminslag op het stroomnet.
Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen.
Plaats geen voorwerpen op de kabels omdat deze anders beschadigd kunnen
raken.
Veiligheidsadviezen
13