Faxproblemen oplossen
Als u nog steeds problemen ondervindt met uw fax
nadat u de faxtest op pagina 5 hebt uitgevoerd, moet u
de onderstaande procedure volgen:
Kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
1. Voer een kopieeropdracht uit of maak een scan om
na te gaan of de printer correct werkt.
2. Controleer de fysieke faxverbindingen.
3. Controleer of andere faxapparaten werken op
hetzelfde telefoonnummer. Het ontvangende
faxapparaat kan uw telefoonnummer hebben
geblokkeerd of er zijn mogelijk technische problemen.
4. Als het probleem niet kan worden opgelost, kunt u het
faxtestrapport en faxlogboek (en indien beschikbaar
de rapporten Beller-ID en junkfaxen) afdrukken en
contact opnemen met HP voor verdere hulp.
Kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
1. Controleer de faxinstellingen op de printer
2. Controleer de fysieke faxverbindingen.
3. Controleer of andere apparaten op dezelfde
telefoonlijn faxen kunnen ontvangen. De
telefoonlijn kan in storing zijn of het verzendende
faxapparaat heeft mogelijk problemen met het
verzenden van faxen. Misschien kunt u ook nagaan
of u het telefoonnummer van de afzender niet hebt
geblokkeerd.
4. Neem contact op met de afzender. Als het probleem
niet kan worden opgelost, kunt u het faxtestrapport
en faxlogboek (en indien beschikbaar de rapporten
Beller-ID en junkfaxen) afdrukken en contact
opnemen met HP voor verdere hulp.
Kan geen faxen verzenden en ontvangen
1. Voer een kopieeropdracht uit of maak een scan om
na te gaan of de printer correct werkt.
2. Controleer de fysieke faxverbindingen.
3. Controleer de faxinstellingen op de printer
4. Controleer of andere apparaten op deze telefoonlijn
faxen kunnen verzenden of ontvangen. Er is
mogelijk een probleem met de telefoonlijn.
5. Reset de printer door deze uit te schakelen. Schakel
indien mogelijk ook de hoofdschakelaar van de
stroomvoorziening uit. Wacht enkele seconden
en schakel de stroom weer in. Probeer een fax te
verzenden of te ontvangen op de printer.
6. Als het probleem niet kan worden opgelost, kunt u het
faxtestrapport en faxlogboek (en indien beschikbaar
de rapporten Beller-ID en junkfaxen) afdrukken en
contact opnemen met HP voor verdere hulp.
7. Opmerking: Als u geabonneerd bent op een
voicemailservice op dezelfde telefoonlijn die u
voor faxen gebruikt, moet u de faxen handmatig
ontvangen.
72
Controleer de faxinstellingen op de printer
• De functie Automatisch antwoorden is
ingeschakeld om automatisch faxen te ontvangen.
• Als u bent geabonneerd op een voicemailservice
bij uw telefoonbedrijf of service provider, zorg er
dan voor dat het Aantal beltonen voor antwoord
is ingesteld op een hogere waarde dan voor het
antwoordapparaat van de telefoon. De printer
bewaakt de lijn en beslist of een inkomend gesprek
een normaal telefoongesprek is of een faxbericht.
Als het gaat om een faxbericht start de printer de
faxverbinding automatisch. Anders moet u de fax
handmatig ontvangen door Fax te selecteren op het
printerscherm.
• Indien meerdere telefoonnummers aan dezelfde
fysieke telefoonlijn zijn toegekend en de lijn al
wordt gedeeld met meerdere apparaten, zorg er
dan voor dat de printer is ingesteld op de correcte
beltoon om faxen te ontvangen.
Controleer de fysieke faxverbindingen
• Sluit het telefoonsnoer verbonden met de
poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer
aan op de wandtelefooncontactdoos telefoon
en sluit het telefoonsnoer van de poort 2-EXT
aan de achterzijde van de printer aan op een
telefoontoestel. Gebruik deze telefoon om het
nummer op te bellen dat de fax niet kon ontvangen.
• Als u probeerde om naar een extern nummer te
faxen, zorg er dan voor om de toegangscodes of
voornummers in te toetsen voor u het netnummer
invoert. Mogelijk moet u tussen cijfers even
pauzeren om te voorkomen dat de printer het
nummer te snel tot stand brengt. Om een pauze toe
te voegen, drukt u meermaals op * tot een streepje
(-) verschijnt op het beeldscherm.
• Als u geen uitgaande oproepen tot stand kunt
brengen omdat u geen kiestoon krijgt of er te veel
ruis op de lijn zit, probeer het dan met een ander
telefoonsnoer op de 1-LINE-poort of verplaats
de printer naar een andere plaats met een
afzonderlijke telefoonlijn (indien mogelijk). Kijk dan
of u gelijkaardige problemen ondervindt.
• Als u werkt met een digitale telefoonomgeving
(zoals FoIP, fax over VoIP), verlaag dan de
faxsnelheid en schakel Error Code Modulation (ECM)
uit op het bedieningspaneel van de printer. Neem
indien nodig contact op met uw telefoonbedrijf om
na te gaan of er problemen zijn met de telefoonlijn
of voor meer informatie over het telefoonnetwerk.