4. Onderhoud en opslag
•
Opslag beschermd tegen direct zonlicht, -10...+50 °C en bij een relatieve luchtvochtigheid
(RH) onder 75 %. Een ongebruikt en op de juiste wijze bewaard gelaatsscherm blijft lang
bruikbaar.
•
Reinig met een vochtige doek of spons, gebruik lauw water en een mild schoonmaakmiddel
(neutraal, pH 6-8) (bijv. afwasmiddel) (niet het vizier krassen). Niet onder stromend water
wassen, om te voorkomen dat er water in het luchtkanaal of de slang terechtkomt.
•
Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. aceton, terpentijn), heet water, blekemiddelen (perboraat
of perkarbonaat), perslucht of water onder hoge druk.
•
Controleer de conditie van het vizier en de afdichtrand. Vervang deze zonodig door de gesp
en de pen van de gesp los te maken.
•
Controleer de conditie van de ademslang, en vervang dit indien nodig.
•
Controleer de conditie van de kap van de Automask Litehood en vervang dit indien nodig.
•
Aanwijzingen voor het onderhouden van het ventilatorapparaat worden in de desbetreffende
gebruiksaanwijzingen beschreven.
•
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
•
Automask is stortafval. Een sterk vervuild gelaatsscherm en gebruikte fi lters zijn schadelijk
afval; zorg voor een correcte afvoer en verwerking, rekening houdend met de gefi lterde stof
(gas of partikels.
Aanduidingen aan gelaatsscherm-frame
EN 166 3 –B
EN 166
conform EN
3
vloeistofspatten
–B
slag met middelgrote energie
5. Keuze van aangeblazen ademhalingstoestel met fi lter
Zie de gebruiksaanwijzing van het ventilatorapparaat dat wordt gebruik.
Type ademhalingstoestel
Aangeblazen gelaatsscherm met
partikelfi lter
TH1P
TH2P (Automask)
TH3P (Automask Litehood)
Ademhalingstoestel met combinatiefi lter
Aangeblazen gelaatsscherm met
gasfi lter *)
TH1 gasfi lterklasse 1 of 2
TH2 gasfi lterklasse 1 of 2
TH3 gasfi lterklasse 1 of 2
Gelaatsscherm met persluchtadem-
halingstoestel en reduceerventiel PR.
*) Onder voorwaarde dat de maximaal toegestane concentraties van schadelijke gassen niet worden over-
schreden. Deze zijn bij gasfi lters met ventilator 0,05 vol.% in gasfi lterklasse 1 en 0,1 vol.% in gasfi lterklasse
2 en 0,5 vol.% in gasfi lterklasse 3.
**) Bij nationaale aanbevelingen: immer dient te worden uitgegaan van de kleinste waarde.
Veelvoud van de arbeids-
hygiënische grenswaarde
**)
"Open" ademhalingstoestellen, zoals helm of kap,
verlenen onvoldoende bescherming wanneer de
5
ventilator defect raakt of minder goed werkt. Om
20
deze reden mogen ademhalingstoestellen van de
100
klasse TH1 niet gebruikt worden ter bescherming
tegen kankerverwekkende, zwaar giftige of
radioactieve gassen of dampen.
De veelvouden van de arbeidshygiënische grenswaarde worden
voor gas- en partikelfi lters apart vermeld. In beide gevallen dient
te worden uitgegaan van de kleinste waarde.
Bij het gebruik van ademhalingstoestel met een
combinatiefi lter dienen de beperkingen van de
5
desbetreffende gas- en partikelfi lters in acht te
20
worden genomen.
100
100
** ** ** ** **
Opmerkingen, beperkingen
41